This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Oefening
Slide 1 - Slide
Welke lichaamscellen doen aan verbranding?
A
Alleen Spiercellen
B
Alleen je hersencellen
C
Alle cellen die in je lichaam zit
D
Spiercellen en hersencellen
Slide 2 - Quiz
welke vorm van energie komt er vrij bij een brandende kaars?
A
warmte en licht
B
licht en beweging
C
beweging en warmte
D
koolstofdioxide en water
Slide 3 - Quiz
wat is de brandstof bij een brandende kaars?
A
lucht
B
kaarsvet
C
zuurstof
D
glucose
Slide 4 - Quiz
wat is een belangrijke brandstof voor je lichaam?
A
water
B
glucose
C
koolstofdioxide
D
zuurstof
Slide 5 - Quiz
Bij verbranding in je lichaam ontstaat:
A
Zuurstof
B
Stikstof
C
Koolstofdioxide
D
Vuur
Slide 6 - Quiz
Als je hardloopt gaat je ademhaling langzamer dan wanneer je wandelt
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Wat is gaswisseling?
A
Koolstofdioxide in je bloed en zuurstof eruit
B
De verbranding van zuurstof en het ontstaan van koolstofdioxide
C
Het wisselen van rode en witte bloedcellen
D
Zuurstof in je bloed en koolstofdioxide uit je bloed
Slide 8 - Quiz
Maarten doet mee aan de Elfsteden zwemtocht. Dat is een tocht van 195 km langs 11 steden in Friesland. Bij het zwemmen levert zijn lichaam zeer zware inspanning. Waarom is het belangrijk dat Maarten regelmatig tussendoortjes eet?
Slide 9 - Open question
Sleep de woorden naar de juiste plaats in de formule van verbranding in het menselijke lichaam
->
Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water
Slide 10 - Drag question
Lucht stroomt je longen in doordat:
A
Je buikspieren aan je longen trekken
B
De ruimte in je borstholte groter wordt
C
Je je mond of neusgaten open doet
D
Je longen het naar binnen zuigen
Slide 11 - Quiz
1
2
3
4
5
6
Neusholte
Bronchiën
Keelholte
Strottenhoofd
Luchtpijp
Longblaasjes
Slide 12 - Drag question
Enkele delen van het ademhalingsstelsel zijn de bronchiën, de longblaasjes en de luchtpijp. In welke volgorde stroomt de lucht door deze delen naar binnen als Dorien diep inademt?
A
luchtpijp - longblaasjes - bronchiën
B
bronchiën - luchtpijp - longblaasjes
C
luchtpijp - bronchiën - longblaasjes
D
bronchiën - longblaasjes - luchtpijp
Slide 13 - Quiz
was is de taak van het neusslijmvlies?( 2 antwoorden mogelijk.
A
warm maken van binnenstromende lucht
B
vochtig maken van binnenstromende lucht
C
stofdeeltjes tegenhouden
D
ruiken
Slide 14 - Quiz
welk onderdeel in de neus houdt ziekteverwekkers tegen?
A
reukzintuig
B
neusharen
C
neusslijmvlies
Slide 15 - Quiz
welk onderdeel in de keelholte sluit de neusholte af als je slikt?
A
huig
B
strotklepje
C
tong
D
bronchie
Slide 16 - Quiz
Welke manier van ademhalen wordt er in de afbeelding hiernaast weergegeven? welke spieren worden daarbij gebruikt?
A
Buikademhaling met het middenrif
B
Borstademhaling met het middenrif
C
buikademhaling met de tussenribspieren
D
borstademhaling met de tussenribspieren
Slide 17 - Quiz
waar geeft je bloed koolstofdioxide af?
A
longblaasjes
B
luchtpijp
Slide 18 - Quiz
welke stof komt in het bloed bij het inademen?
A
zuurstof
B
koolstofdioxide
C
water
D
glucose
Slide 19 - Quiz
welke stof komt uit het bloed bij het inademen?
A
zuurstof
B
koolstofdioxide
C
water
D
glucose
Slide 20 - Quiz
het uitwisselen van gassen tussen het bloed en de lucht: zuurstof (in) en koolstofdioxide (uit) heet...
A
Osmose
B
Verwisseling
C
Gaswisseling
D
Ontdekking
Slide 21 - Quiz
Sleep de woorden aan de rechterkant naar de juiste plek bij het longblaasje
Longblaasje
Zuurstof
Rode bloedcel
Zuurstofarm bloed
Zuurstofrijk bloed
Lucht
CO2/Koolstofdioxide
Slide 22 - Drag question
stof die zorgt dat mensen verslaafd raken aan roken
stof in tabaksrook die binnenkant van luchtwegen beschadigt
reukloos gas in rook dat in je bloed de plaats van zuurstof inneemt
steeds meer verslavende stof nodig hebben voor hetzelfde prettige effect
nicotine
koolstofmonoxide
teer
gewenning
Slide 23 - Drag question
Longblaasje
Luchtpijptakje
Kraakbeenring
Bronchie
Luchtpijp
Slide 24 - Drag question
Bij een ademhaling komt er lucht binnen langs verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel.
Wat is de juiste volgorde (1, 2, 3) bij een diepe ademhaling?