IB language & literature 1 Manja

Welkom!
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les weet ik...
  • wie de andere dccent is voor L&L
  • wat we met het KERN-boek doen
  • wat een informerende tekst is en welk doel een schrijver hiermee heeft
  • hoe ik leesboeken kan lenen op het JdW

Aan het einde van deze les heeft de docent ook voorgelezen uit "Made by Indira"  en hebben we weekend!

Slide 2 - Slide

Programma
  1. Even mezelf voorstellen
  2. Wat doen we in periode 1 met het KERN-boek 
  3. KERN hoofdstuk 15 
  4. Oefeningen over/met hst 15: lezen en vragen 
  5. Aura-app installeren 
  6. 'Made by Indira' => kledingindustrie

Slide 3 - Slide

#Me
Mevrouw Willemse
-> lezer
-> betrokken
-> enthousiast
-> leergierig
-> beetje betweterig

Slide 4 - Slide

Gehoord van mevr. van de Wetering?  

Slide 5 - Slide

Ook een boek 
Dit boek geeft meer theorie over taal en literatuur

In de eerste periode
Lezen: Hst 15, 16, 17
Schrijven: Hst 9, 24, 37 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Woordbetekenis
Feitelijk = objectief = neutraal, kan niet worden ontkend

tegengesteld aan 

Subjectief = mening, vanuit een persoonlijk oogpunt. Dat kan worden ontkend, of iemand kan een andere mening hebben

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Welke van deze voorbeelden zijn informerende teksten? (zie blz. 34 vraag 1)

Waarom wel of niet? 

Slide 14 - Slide

Zou storytelling vooral informerend zijn of juist niet? 

Slide 15 - Slide

Storytelling = een verhaal vertellen
Verhalen zijn overal

Je hebt nodig: een onderwerp, personage(s), gebeurtenissen, een vertelperspectief, tijd en plaats, de juiste woorden of stijl

Een verhaal kan zorgen dat je op een andere manier naar een onderwerp gaat kijken.
Storytelling wordt ook veel gebruikt in speeches en in reclame



Slide 16 - Slide

Storytelling = een verhaal vertellen
- Je verhaal kan een boodschap of een  doel hebben -> anders naar een onderwerp kijken, een merk leuk vinden, zorgen dat mensen iets kopen of dat mensen hun gedrag gaan veranderen

 -> je verhaal kan mensen ook enthousiast maken voor een hoger doel

-> een goed verhaal raakt mensen, doordat het herkenbaar is

Slide 17 - Slide

Een oefening 
Lees de tekst

Maak de vragen 

Samen bespreken we na

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Boek lenen bij JdW
In de mediatheek hebben we héél veel boeken
Die kun je alleen lenen mbv Aura Library app
Je maakt een reservering 
Dan krijg je bericht als je kunt ophalen

JE MAG ZOVEEL LEZEN ALS JE WILT!
(en ik vind het altijd leuk als je vertelt welk boek je leest) 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Als het goed is
weet je nu 
  • wie de andere dccent is voor L&L
  • wat we met het KERN-boek doen
  • wat een informerende tekst is en welk doel een schrijver hiermee heeft
  • hoe ik leesboeken kan lenen op het JdW
  • Is er even voorgelezen
  • heb je nu weekend!

Slide 27 - Slide


Even lekker luisteren tot het weekend begint

Woensdag hebben jullie weer les van mevrouw Van de Wetering (denk ik?)

Slide 28 - Slide

Chris'slides

Slide 29 - Slide

Fictie en non-fictie
Verhalen kunnen verzonnen zijn. Deze verhalen noem je fictie.
Bijvoorbeeld sprookjes of science fiction.

Verhalen kunnen ook echt gebeurd zijn. Dat noem je non-fictie.
Nieuwsberichten en reisverslagen zijn voorbeelden van non-fictie

Slide 30 - Slide

Begrippen
Realistisch= fictie die 'net echt' is.

Niet-realistisch= fictie die niet waar kan zijn. 

Slide 31 - Slide

Realistische fictie
* lijkt op de werkelijkheid
vb:
boeken van Carry Slee
Ze gaan over:
pesten
school
ziekte


niet-realistische fictie
* lijkt niet op de werkelijkheid
vb:
sprookjes
fantasy
Science fiction (toekomst) 

Slide 32 - Slide

Realistische of niet realistische fictie?

Slide 33 - Slide

Opdracht
Maak nu zelf een verhaal over de volgende twee plaatjes

Slide 34 - Slide

Thema of onderwerp
Waarover gaat het verhaal eigenlijk?

Het antwoord op deze vraag, maar dan echt zo kort mogelijk geformuleerd is het thema.

Hoofdonderwerp in één woord
Allerkortste samenvatting

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Slide