magazijn lay out

Waar hangt de indeling en de grootte van het magazijn vanaf?
A
dit hangt af van de grootte van de winkel
B
dit hangt af van het soort goederen dat er opgeslagen wordt
C
dit hangt af van hoe vaak er goederen geleverd worden
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
LogistiekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Waar hangt de indeling en de grootte van het magazijn vanaf?
A
dit hangt af van de grootte van de winkel
B
dit hangt af van het soort goederen dat er opgeslagen wordt
C
dit hangt af van hoe vaak er goederen geleverd worden

Slide 1 - Quiz

Bij Albert Heijn heeft het centrale magazijn drie functies.
Twee van deze functies zijn:
-de ontvangst van goederen
-de opslag van goederen

Wat is de derde functie van het centrale magazijn?

A
het factureren van goederen
B
het inkopen van goederen
C
het uitleveren van goederen
D
het verkoop van goederen

Slide 2 - Quiz

Wat is een magazijn layout?
A
Indeling van het magazijn
B
Een soort stelling in het magazijn
C
Route door het magazijn
D
Een oplaadplaats voor transportmiddelen in het magazijn

Slide 3 - Quiz

Er zijn verschillende soorten magazijnen noem er minimaal 2

Slide 4 - Open question

2. In een magazijn worden de picklocaties via de achterkant bijgevuld. Welk gangensysteem is dit?
A
hoofdgangensysteem
B
tweegangensysteem
C
zijgangensysteem

Slide 5 - Quiz


Wat zie je op deze foto?
Klik op de foto om die te vergroten
A
Hoofdgangensysteem
B
Tweegangensysteem
C
Zijgangensysteem
D
Afgangsysteem

Slide 6 - Quiz

2. In een magazijn worden de picklocaties via de achterkant bijgevuld. Welk gangensysteem is dit?
A
hoofdgangensysteem
B
tweegangensysteem
C
zijgangensysteem

Slide 7 - Quiz

Noem minimaal 4 factoren die de magazijn layout bepalen

Slide 8 - Open question

Wat voor code zie je op deze afbeelding?
A
QR-code
B
Locatiecode
C
Cijfercode

Slide 9 - Quiz

Wat is een barcode of streepjes code?
A
Een code van opeenvolgende lijnen met informatie over het artikel die kan worden gelezen door een scanner.
B
Een code die op alle producten staat zodat de consumenten de juiste keuze kunnen maken.
C
Een code die aangeeft wanneer het product vervalt.
D
een code waardoor je weet wat het product kost.

Slide 10 - Quiz

Wat is een RFID-tag
A
chip met een unieke code
B
artikelen voorzien van een prijs
C
unieke code van streepjes en cijfers
D
een prijsetiket

Slide 11 - Quiz

Wat betekent grijpfrequentie bij het verzamelen van goederen

Slide 12 - Open question