1A - P3 - Week 8 - les 3 - H7.1

H3 - P1 - week 8 - les 2 - grammatica verwerken
Welkom
Nederlands
Mevrouw Takken
Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

H3 - P1 - week 8 - les 2 - grammatica verwerken
Welkom
Nederlands
Mevrouw Takken
Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag

Slide 1 - Slide

- Welkom
- Stillezen 
- H7.1 - Grammatica zinsdelen bespreken
- Verder oefenen

Doel:
- Je benoemt het schrijfdoel van een tekst
- Je zet tussenkopjes in een tekst, die aansluiten bij de alinea
- Je deelt een tekst in in 'inleiding, middenstuk en slot'. 
- Je laat zien dat je over de inhoud van jouw presentatie hebt nagedacht
- Je benoemt welk soort taal in een reclame gebruikt wordt.
Wat gaan we doen vandaag:

Slide 2 - Slide

Stillezen
timer
15:00

Slide 3 - Slide

H8 - informatievaardigheden - Reclame

Slide 4 - Slide

H8 - informatievaardigheden - Reclame

Slide 5 - Slide

H8 - reclametaal en verleidingstrucs
Reclame slogan

Slide 6 - Slide

H8.3 - reclametaal
Een reclame maker kiest woorden die bij het publiek passen. Vaak zijn deze grappig of versterkend. 

Ook wordt een duidelijke keuze gemaakt in welke woorden er gebruikt worden:

1. Objectieve woorden - feiten

2. Subjectieve woorden - mening, roept een gevoel op.

Slide 7 - Slide

H8.3 - Feiten en meningen

Slide 8 - Slide

H8.4 - Kritisch kijken naar reclame

Slide 9 - Slide

H8.8 - Oefenen nakijken
Ga naar Learnbeat

Nakijkcarrousel (wordt je automatisch naartoe gestuurd)
Je krijgt antwoorden voor je neus, maar je weet niet van wie. 
- Kijk heel kritisch na: klopt het echt wat er staat?

- Als je klaar bent, krijg je je eigen opdrachten weer terug.
- Ben je tevreden?

Slide 10 - Slide

H8.3 en 8.4 nakijken

Maak:
Pak je gemaakte werk voor je
Je kijkt het zo volledig mogelijk na. Als je iets fout had, dan verbeter je het.


Wanneer doe je dit:
- NU

Aan de slag:

Slide 11 - Slide

Lijdend voorwerp

geven:
iemand geeft iets

Kopen:
iemand koopt iets

vragen:
iemand vraagt iets
Grammatica zinsdelen 7.1 - 
Lijdend voorwerp

Deel van de zin dat nodig is om een handeling mee te voltooien.

Slide 12 - Slide

Lijdend voorwerp

geven:
iemand geeft iets

Kopen:
iemand koopt iets

vragen:
iemand vraagt iets
Grammatica zinsdelen 7.1 - 
Lijdend voorwerp

Deel van de zin dat nodig is om een handeling mee te voltooien.
Melvin \ heeft \ gisteren \ een mooi pak\  gekocht. 

Wie: Melvin
actie:  kopen
Wat koopt hij: een mooi pak

Slide 13 - Slide

Lijdend voorwerp

geven:
iemand geeft iets

Kopen:
iemand koopt iets

vragen:
iemand vraagt iets
Grammatica zinsdelen 7.1 - 
Lijdend voorwerp

Deel van de zin dat nodig is om een handeling mee te voltooien.
Melvin \ heeft \ gisteren \ een mooi pak\  gekocht. 

Wie: Melvin
actie:  kopen
Wat koopt hij: een mooi pak
Lijdend voorwerp

Slide 14 - Slide


Meer dan honderd jaar geleden is de Titanic gezonken.

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Slide 15 - Open question


Meer dan honderd jaar geleden is de Titanic gezonken.

Wat is het onderwerp in deze zin?

Slide 16 - Open question


Meer dan honderd jaar geleden is de Titanic gezonken.

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?

Slide 17 - Open question


Meer dan honderd jaar geleden is de Titanic gezonken.

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?

Slide 18 - Open question


De stromingen kunnen zo’n ijsberg meenemen

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Slide 19 - Open question


De stromingen kunnen zo’n ijsberg meenemen

Wat is het onderwerp in deze zin?

Slide 20 - Open question


De stromingen kunnen zo’n ijsberg meenemen

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?

Slide 21 - Open question


De stromingen kunnen zo’n ijsberg meenemen

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?

Slide 22 - Open question

7.1 D - Grammatica zinsdelen

Oefen verder met herhalen of verdiepen





Aan de slag:

Slide 23 - Slide

H8 Lezen
Wat heb je allemaal geleerd in H8: 

- Schrijfdoel van een tekst herkennen (informeren, activeren, overtuigen)
- Kernzin vinden
- Functies van zinnen herkennen
- Manier van inleiden herkennen (vraag stellen, onderwerp introduceren etc)
- Feiten en meningen herkennen en benoemen
- Standpunt en redenen herkennen en benoemen
- Beeldspraak herkennen

Slide 24 - Slide

H8 - Op mijn niveau - Basis 

In deze vier vragen komt alle stof die we behandeld hebben terug. 

Maak 8. 8 A helemaal

Video kijken - met oortjes



Aan de slag:

Slide 25 - Slide