This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Wat vindt je nog moeilijk aan hoofdstuk 4
Slide 1 - Open question
Hoeveel mogelijkheden zijn er om met twee dobbelstenen meer dan 9 ogen te gooien.
Slide 2 - Open question
Hoeveel mogelijkheden zijn er om met drie dobbelstenen meer dan 15 ogen te gooien
Slide 3 - Open question
Hoeveel mogelijkheden zijn er om met vijf dobbelstenen 28 ogen te gooien
Slide 4 - Open question
Odin verzamelt modelauto’s. Hij heeft 7 BMW’s, 4 Audi’s en 2 Mercedessen. Op hoeveel manieren kan hij de auto’s op een rij zetten, als hij alleen op het merk let?
Slide 5 - Open question
Bij een dierentuin zijn drie kassa’s open. In een uur tijd komen 20 personen een kaartje kopen. Op hoeveel manieren kunnen zij zich verdelen over de kassa’s?
Slide 6 - Open question
Bereken het aantal rangschikkingen van de letters van het woord OEFENTOETS.
Slide 7 - Open question
Hoeveel kortste routes zijn er van A naar B
Slide 8 - Open question
Hoeveel kortste routes zijn er van A naar B via P
Slide 9 - Open question
Hoeveel kortste routes zijn er van A naar B die niet via Q gaan.
Slide 10 - Open question
Uit een klas van 30 worden twee vertegenwoordigers gekozen. Hoeveel verschillende duo's kunnen er gemaakt worden
Slide 11 - Open question
In een bus zijn 34 zitplaatsen. Er gaan 3 leraren en 25 leerlingen mee op schoolreis. Op hoeveel verschillende manieren kunnen zij de plaatsen in de bus opvullen?
Slide 12 - Open question
Voor de zomervakantie wil je een top5 samen stellen uit 20 boeken. Hoeveel verschillende mogelijkheden zijn er?