Lesson 4 (LRN)

Today
1. StudyGo
2. Grammar:
- short answers 
- Herhaling: past simple
3. Words lesson 4
4. Listening
5. (home)Work!
6. Looking back!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Today
1. StudyGo
2. Grammar:
- short answers 
- Herhaling: past simple
3. Words lesson 4
4. Listening
5. (home)Work!
6. Looking back!

Slide 1 - Slide



1. Ik kan in het Engels een 'short answer' geven.
2. Ik kan belangrijke onderdelen van de past simple benoemen.
3. Je hebt kennis gemaakt met de words van lesson 4.  

Slide 2 - Slide

timer
5:00

Slide 3 - Slide

Short answers / herhaling past simple
Please, take out your notebook

Slide 4 - Slide

3. Grammar: short answers


Do you like pizza? - Yes, I do!
Will she do her homework? - Yes, she will. 
Has he played that new game? - No, he hasn 't.
Neem de onderstaande zinnen over in je schrift: 

Slide 5 - Slide

Wat valt op als je kijkt naar de vragen en antwoorden?


Do you like pizza? - Yes, I do!
Will she do her homework? - Yes, she will.
Has he played that new game? - No, he hasn 't.

Slide 6 - Slide

3. Grammar

  • Do you like pizza? - Yes, I do!
  • Will she do her homework? - Yes, she will
  • Has he played that new game? - No, he hasn 't.
  • Je mag nooit alleen antwoord geven met yes of no. Je herhaalt altijd het werkwoord waarmee de vraag begint en het onderwerp. 
Kijk maar: 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide




1. "Is he going to the party?"
2. "Did you watch the movie last night?"
3. "Can they playfootball now?"
  1. "Is he going to the party?"
    Yes, he is
    No, he isn't

  2. "Did you watch the movie last night?"
    Yes, I did.
    No, I didn't.

  3. "Can they playfootball now?"
    Yes, they can.
    No, they can't. 
Noteer de short answers met 'yes' en 'no' in je schrift!
timer
1:30
Check together!

Slide 9 - Slide

  1. Bedenk 3 vragen in het Engels die je aan je klasgenoot zou kunnen stellen. Schrijf deze vragen op.
    Eigen denktijd!
     


     
  2. Met je schoudermaatje (overlegstem)
    Stel elkaar om de beurt een van de vragen die je opgeschreven hebt. Noteer het 'short answer' dat je krijgt. 

  3. Random beurten!
timer
2:00

Slide 10 - Slide

Ik kan in het Engels op de juiste manier een 'short answer' geven.


YES
GETTING THERE!
NO

Slide 11 - Slide



  • Schrijf in je schrift 'braindump'. 
  • Schrijf alles op wat je nog weet over de past simple
  • In totale stilte.
  • Zonder boek of aantekeningen
  • 2 minuten. 
Je begint als ik 'JA' zeg!
timer
2:00
BRAINDUMP

Slide 12 - Slide

past simple

Slide 13 - Mind map



Wanneer? 
Als er iets in de verleden tijd gebeurd is. Er staat een bepaling van verleden tijd in de zin.

Hoe?
Regelmatig werkwoord: +(e)d
Onregelmatig werkwoord: rijtje 2 
The past simple

Slide 14 - Slide




  • He played a match on Sunday.
  • He didn't play a match on Sunday. 

  • She worked at a snackbar.
  • She didn't work at a snackbar. 

  • Verstappen won the race.
  • Verstappen didn't win the race.



  • He played a match on Sunday.
  • Did he play a match on Sunday?

  • She worked at a snackbar.
  • Did she work at a snackbar?

  • Verstappen won the race.
  • Did Verstappen win the race?


Ontkennend maken
Vragend maken

Slide 15 - Slide

lesson 4
Please, open your book: p.171

Slide 16 - Slide

5. (Home)work



Friday, November 29th:
Maken:
  • exc.  38 / 40 /41 / 42 /(p.119 t/m p.124)

Leren
  • words & phrases unit 1, 2 & 3 

  • Voor jezelf
  • In stilte
  • Muziek mag!
  • Vragen? Steek je vinger op!
  • Klaar? WRTS

Slide 17 - Slide

Ik weet hoe en wanneer ik de past simple moet gebruiken.
A
Ik kan dit en ik kan dit aan iemand uitleggen.
B
Ik kan dit.
C
Ik kan dit bijna.
D
Ik kan dit nog niet.

Slide 18 - Quiz