Brandaan groep 8 thema 8 les 1

1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 8

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Op welke manier deed koning Willem 1 aan vriendjes politiek?
A
Hij benoemde zijn vrienden tot ministers en parlementsleden.
B
Hij probeerde vrienden te maken door mannen een baan te geven binnen de politiek
C
Hij zorgde dat hij snel vrienden werd met mannen uit het parlement

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Lees de tekst in het schema. Wat waren daar de gevolgen van? Sleep ze naar het juiste vak.
Weinig mensen uit Zuid-Nederland in het Nederlandse parlement.
België onstaat
neerslaan van de opstand mislukt
opstand in het zuiden
Willem 1 stuurt zijn leger

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Waarom vonden de rijke mensen dat ze zij recht hadden op inspraak?
A
Ze wilden dat koning Willem 1 van België een apart land zou maken.
B
Ze werkten hard en verdienden veel geld. Daarom wilden ze meer vrij tijd.
C
Ze betaalden veel belasting. Daarom wilden ze kunnen meebeslissen.

Slide 9 - Quiz

Wat vind je goed aan
de nieuwe grondwet?

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Slide

Wat gebeurt er in 1815?

Slide 12 - Open question

Wat gebeurt er in 1830?

Slide 13 - Open question

Wat gebeurt er in 1848?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

In welk jaar werd de nieuwe grondwet herschreven?

Slide 18 - Open question

Wie keurde de nieuwe grondwet goed?
A
Mark Rutte
B
Willem 1
C
Willem 2
D
Thorbecke

Slide 19 - Quiz

Wie kregen er kiesrecht in 1848?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Welke landen hebben
geen rechtstaat?

Slide 22 - Mind map

Ministers bemoeien zich niet met lopende rechtszaken
A
Rechtstaat
B
Geen rechtstaat

Slide 23 - Quiz

Ook het koningshuis moet zich aan de wet houden.
A
Rechtstaat
B
Geen rechtstaat

Slide 24 - Quiz

Een politicus moet voor de rechtbank verschijnen. De minister van justitie wil dat de zaak niet doorgaat en belt met de Officier van Justitie.
A
Rechtstaat
B
Geen rechtstaat

Slide 25 - Quiz

Politieagenten die verdacht worden van een misdrijf moeten voor de rechter komen, net als iedereen.
A
Rechtstaat
B
Geen rechtstaat

Slide 26 - Quiz

Een rechter vindt de wet niet streng genoeg. Hij besluit een verdachte een hogere straf te geven dan in de wet staat.
A
Rechtstaat
B
Geen rechtstaat

Slide 27 - Quiz

De Tweede Kamer kan niet tijdens een strafproces de wet wijzigen om zo de verdachte een hogere straf te geven.
A
Rechtstaat
B
Geen rechtstaat

Slide 28 - Quiz

Een rechter mag lid zijn van de Tweede Kamer.
A
Rechtstaat
B
Geen rechtstaat

Slide 29 - Quiz

Wat heb je geleerd
tijdens deze les?

Slide 30 - Mind map