3.3 - deel 2; Puzzelen met schakelingen & Levelspel 5

Pak je spullen:                                
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Pak je spullen:                                

Slide 1 - Slide

Pak je spullen:                                

Slide 2 - Slide

Wat klopt er niet aan de uitspraak:

"Ik heb heel veel stroom verbruikt!"

?

Slide 3 - Slide

Vandaag
H.3.3 - deel 2 & Levelspel Elektriciteit 5

  • Hele korte herhaling Serie & Parallel

  • Puzzelen met serie & parallel
  • Samen nakijken & elkaar uitleggen

  • Levelspel


Slide 4 - Slide

Doel van deze les
  • Je kunt uitleggen hoe statische lading zich gedraagt bij een Vandegraaffgenerator.

  • Je kunt rekenen met spanning, weerstand en stroom in parallelle en seriële schakelingen.

Slide 5 - Slide

1
2
3
Stel: De stroom bij "1" is 1 ampère:

Wat is de stroom bij 2?
Wat is de stroom bij 3?

Slide 6 - Slide

1
2
3

Stel: De stroom bij "1" is 4 ampère:

Wat is de stroom bij 2?
Wat is de stroom bij 3?

Slide 7 - Slide

1
2

Stel: De spanning bij "1" is 20 Volt:

Wat is de spanning bij 2?


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

1
2

Stel: De spanning bij "1" is 20 Volt:

Wat is de spanning bij 2?
Wat is de spanning bij 3?


3

Slide 10 - Slide

                                       Parallel





Stroom:      verdeelt zich:   

Want 'elektronen kunnen maar door 1 draad gaan'.
Meer weerstand in een draad, dan minder stroom daar.

Spanning:   overal gelijk: 

Weerstand 1 voelt dus een spanning van 20V, 
dus er gaat een stroom door van 20V/10ohm = 2 A,
en door de andere ook, dus:

Weerstand:  Weerstand telt 'omgekeerd' op en wordt dus kleiner

                                       Serie





Stroom:      overal gelijk:    


Spanning:   verdeelt zich in verhouding van weerstanden:


Weerstand 1 voelt dus een spanning van 10V, 
dus er gaat een stroom door van 10V/10ohm = 1 A

Weerstand:  Weerstand telt op: 


Alsof er één grote weerstand was van 20 Ohm

Itot=I1=I2=...
Vtot=V1+V2+...
R1tot=R11+R12=101+101=102=51
Vtot=V1=V2=...
Itot=I1+I2+...
Itot=I1+I2=2A+2A=4A
Rtot=R1+R2=10+10=20Ω
Rtot=5Ω
timer
7:00

Slide 11 - Slide

                                       Parallel





Stroom:      verdeelt zich:   

Want 'elektronen kunnen maar door 1 draad gaan'.
Meer weerstand in een draad, dan minder stroom daar.

Spanning:   overal gelijk: 

Weerstand 1 voelt dus een spanning van 20V, 
dus er gaat een stroom door van 20V/10ohm = 2 A,
en door de andere ook, dus:

Weerstand:  Weerstand telt 'omgekeerd' op en wordt dus kleiner

                                       Serie





Stroom:      overal gelijk:    


Spanning:   verdeelt zich in verhouding van weerstanden:


Weerstand 1 voelt dus een spanning van 10V, 
dus er gaat een stroom door van 10V/10ohm = 1 A

Weerstand:  Weerstand telt op: 


Alsof er één grote weerstand was van 20 Ohm

Itot=I1=I2=...
Vtot=V1+V2+...
R1tot=R11+R12=101+101=102=51
Vtot=V1=V2=...
Itot=I1+I2+...
Itot=I1+I2=2A+2A=4A
Rtot=R1+R2=10+10=20Ω
Rtot=5Ω
timer
7:00

Slide 12 - Slide

                                       Parallel





Stroom:      verdeelt zich:   

Want 'elektronen kunnen maar door 1 draad gaan'.
Meer weerstand in een draad, dan minder stroom daar.

Spanning:   overal gelijk: 

Weerstand 1 voelt dus een spanning van 20V, 
dus er gaat een stroom door van 20V/10ohm = 2 A,
en door de andere ook, dus:

Weerstand:  Weerstand telt 'omgekeerd' op en wordt dus kleiner

                                       Serie





Stroom:      overal gelijk:    


Spanning:   verdeelt zich in verhouding van weerstanden:


Weerstand 1 voelt dus een spanning van 10V, 
dus er gaat een stroom door van 10V/10ohm = 1 A

Weerstand:  Weerstand telt op: 


Alsof er één grote weerstand was van 20 Ohm

Itot=I1=I2=...
Vtot=V1+V2+...
R1tot=R11+R12=101+101=102=51
Vtot=V1=V2=...
Itot=I1+I2+...
Itot=I1+I2=2A+2A=4A
Rtot=R1+R2=10+10=20Ω
Rtot=5Ω
timer
7:00

Slide 13 - Slide

                                       Parallel





Stroom:      verdeelt zich:   

Want 'elektronen kunnen maar door 1 draad gaan'.
Meer weerstand in een draad, dan minder stroom daar.

Spanning:   overal gelijk: 

Weerstand 1 voelt dus een spanning van 20V, 
dus er gaat een stroom door van 20V/10ohm = 2 A,
en door de andere ook, dus:

Weerstand:  Weerstand telt 'omgekeerd' op en wordt dus kleiner

                                       Serie





Stroom:      overal gelijk:   


Spanning:   verdeelt zich in verhouding van weerstanden:


Weerstand 1 voelt dus een spanning van 10V, 
dus er gaat een stroom door van 10V/10ohm = 1 A

Weerstand:  Weerstand telt op: 


Alsof er één grote weerstand was van 20 Ohm

Itot=I1=I2=...
Utot=U1+U2+...
R1tot=R11+R12=101+101=102=51
Utot=U1=U2=...
Itot=I1+I2+...
Itot=I1+I2=2A+2A=4A
Rtot=R1+R2=10+10=20Ω
Rtot=5Ω
timer
7:00

Slide 14 - Slide

Puzzelen met schakelingen
                                     de eerste 7 minuten in Stilte!


       
10 minuten voor het einde krijg je de antwoorden
--> dan kun je samen na gaan kijken


timer
7:00
9:15

Slide 15 - Slide

Wissel van buurvrouw/-man

Rij 1    gaat naar   Rij 3

Rij 3   gaat naar   Rij 5

Rij 5   gaat naar   Rij 1
9:15

Slide 16 - Slide

Puzzelen met schakelingen
                                     Kijk samen na!
       



timer
10:00
9:15

Slide 17 - Slide

Puzzelen met schakelingen
                                     werk samen als je wilt


        
10 minuten voor het einde krijg je de antwoorden
--> dan kun je samen na gaan kijken


timer
7:00
9:15

Slide 18 - Slide

Uitwisselen:
De volgende persoon mag het uitleggen:

H3

Slide 19 - Slide

Uitwisselen:
De volgende persoon mag het uitleggen:

V3

Slide 20 - Slide

Berekenen snelheid elektronen

Slide 22 - Slide

Huiswerk
  1. Lees bladzijde 93 & 94

  2. Maak een samenvatting

  3. Schrijf vragen op over wat je niet snapt

Slide 23 - Slide

Levelspel​ Elektriciteit 

  • Denken
  • Tekenen
  • Bouwen
  • Laten controleren

  • Loop je voor op de stof:
    Kijk eerst of je in het boek een antwoord kunt vinden.

Slide 24 - Slide