Een hete radiator geeft voortdurend warmte af aan de lucht eromheen. Daardoor krijgt deze lucht een hogere temperatuur. Warme lucht zet uit. De warme lucht wordt daardoor ‘lichter’ dan de lucht in de rest van de kamer. Het gevolg is dat de ‘lichte’, warme lucht omhooggaat.
Tegen het plafond koelt de warme lucht langzaam af. Ten slotte zakt de afgekoelde lucht aan de andere kant van de kamer weer naar beneden. Ondertussen beweegt er koude lucht van onder en opzij naar de radiator toe. Deze lucht zal weer verwarmd worden en opstijgen.
Het warmtetransport dat zo in de kamer ontstaat, noem je ook wel warmteoverdracht door convectie (figuur 1).