Deel 5a, blok 4, week 3 Projecttoets

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 5

Instructies projecttoets

lesdoel 1

Ik kan opdrachten maken over met een kalender en ik snap hoe ik een kalender moet lezen.

Mark is op 16 juni jarig. Welke dag is dat?

Het is vandaag 25 juni. Welke dag was het gisteren?

Hoeveel zaterdagen heeft de maand juni?

Het is vandaag vrijdag 4 juni. Welke dag is het overmorgen?

lesdoel 2

Ik kan opdrachten maken over met een kalender en ik weet welke maanden ervoor en erna zitten.

Het is donderdag 30 januari.

Welke datum is het over 4 dagen?

Ik kan opdrachten maken over met een kalender en ik weet welke maanden ervoor en erna zitten.

Het is vrijdag 1 augustus.

Welke datum was het een week geleden?

Ik kan opdrachten maken over met een kalender en ik weet welke maanden ervoor en erna zitten.

Het is vrijdag 31 oktober.

Welke datum was morgen?

Ik kan opdrachten maken over met een kalender en ik weet welke maanden ervoor en erna zitten.

Het is zondag 2 november.

Welke datum was het 3 dagen geleden?

Ik kan opdrachten maken over met een kalender en ik weet welke maanden ervoor en erna zitten.

lesdoel 3

Ik kan een diagram (grafiek) aflezen en ik snap wat er staat.

Op welke dag zijn de minste ijsjes verkocht?

aan het werk

Deel 5a, blok 4, week 3
Projecttoets