quiz h3 regenten en vorsten

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Quiz

Hoofdstuk 1: regenten en vorsten

"De koning heeft alle macht"
Welk begrip hoort hierbij?

1. abolutionisme
2. nationalisme
3. feminisme
4. absolutisme

Gouden Eeuw was de

1. 15e eeuw
2. 16e eeuw
3. 17e eeuw
4. 18e eeuw

In de Gouden Eeuw waren de meeste Nederlanders

1. Lutheranen
2. Calvinisten
3. Rooms-katholieken
4. Anglicanen

Wat wordt er met het begrip Republiek bedoeld?

1. Naam van Nederland in de 16e t/m de 18e eeuw.
2. Staat zonder vorst zoals een koning of een keizer.
3. Ergens tegen in opstand komen.
4. Als burgers wetten maken en niet een vorst.

Wie hadden de meeste macht in de Nederlandse Republiek? (2 antwoorden goed)

1. De koning en zijn hofhouding
2. De regenten uit rijke families
3. De hardwerkende mannen en vrouwen
4. De Staten-Generaal

Waarom was de Nederlandse Republiek in de Gouden Eeuw bijzonder?

1. Het ging met de handel goed
2. We waren een Republiek
3. Er was godsdienstvrijheid
4. Alle antwoorden zijn goed

Wie had in de Republiek de functie van legerleider?

1. De stadhouder
2. De raadspensionaris

Wat was de raadspensionaris?

1. opperbevelhebber Staatse leger
2. hoofd van Staten-Generaal
3. benoemt regenten
4. bepaalt militair beleid

Wat betekent kapitalisme?

1. Geld geven aan een goed doel
2. Geld investeren
3. Geld investeren om winst te maken
4. Geldzaken

Waarom werd de Oostzeehandel 'moedernegotie genoemd'?

1. De VOC werd de vader negotie genoemd
2. Het gebied rondom de Oostzee lag het dichtstbij Nederland.
3. De Oostzeehandel leverde vooral graan graan.
4. Alle drie de antwoorden zijn goed.

De VOC verhandelde vooral

1. Slaven
2. Aardappels
3. Kruiden
4. Maïs

In welk jaar werd de VOC opgericht?

1. 1601
2. 1602
3. 1701
4. 1702

VOC staat voor

1. Vereniging Oost-Indische Compagnie
2. Verenigde Oost-Indie Compagnie
3. Verenigde Oost-Indische Compagnie
4. Verenigde Oost-Indische Campagne

Waar staat (WIC) voor?

1. Wereldwijde champagne
2. West-Indische Compagnie
3. Westindischecompagne
4. West Indische WC

De trans-Atlantische slavenhandel was onderdeel van de

1. VOC
2. Handelskapitalisme
3. Driehoekshandel
4. WIC

Welke producten verhandelde de WIC?

1. Slaven
2. Wijn
3. Specerijen
4. Graan

Wat is het grootste verschil tussen de VOC en de WIC?

1. De WIC deed aan slavenhandel
2. De VOC deed aan kaapvaart
3. De WIC ging richting het Oosten
4. De VOC werd later opgericht dan de WIC

Waarom werd 1672 het rampjaar genoemd?

1. De Republiek werd door drie landen aangevallen.
2. De Republiek verloor het WK-voetbal.
3. De Republiek kreeg te maken met grote overstromingen.
4. De Republiek moest enorm veel lenen.

Wat hield de tolerantie van de Republiek in?

1. Iedereen moest protestant worden.
2. Mensen mochten kiezen in welke religie ze wilden geloven. Het protestantisme bleef wel het belangrijkst.
3. Rijke en arme mensen waren welkom in de Republiek
4. Het maakte niks wat je geloofde.

Waarom was Holland het belangrijkste gewest?

1. Het grondgebied was het grootst.
2. Holland lag aan de kust.
3. Holland leverde het meeste geld op.
4. Holland was het eerste gewest wat in opstand kwam tegen de Spanjaarden

Hoe heette deze beroemde Nederlandse admiraal?

1. Piet Hein
2. Witte de Wit
3. Maarten harpertszoon Tromp
4. MIchiel de Ruyter

Hoeveel vertrouwen heb je in de geschiedenistoets?

1. 100%
2. 50%
3. 0%