H8.4



Werken



4 Met werk kom je verder
1 / 18
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



Werken



4 Met werk kom je verder

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Klimmen op de ladder
Maatschappelijke ladder : alle maatschappelijke 
posities van hoog naar laag.

Je maatschappelijke positie wordt onder andere 
bepaald door: 
  • je kennis of vaardigheden (leerling staat lager dan meester)
  • hoeveel macht of verantwoordelijkheid je hebt (werkgever staat boven werknemer) 
  • je inkomen (chirurg heeft een hogere status dan een schooldirecteur) 

Maar dit telt niet voor iedereen: Wie staat hoger op de ladder:  Messi of Rutte? 



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

0

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Sociale ongelijkheid
Macht, kennis en geld zijn niet eerlijk verdeeld.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Sociale mobiliteit
Mensen kunnen klimmen op de maatschappelijke ladder

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Klimmen op de maatschappelijke ladder
Door:
  • goede opleiding
  • persoonlijke eigenschappen, zoals:
  • doorzettingsvermogen
  • hard werken

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welke drie dingen bepalen je maatschappelijke positie?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Een vuilnisman staat hoger op de maatschappelijke ladder dan een chef kok.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Sociale mobiliteit betekent:
A
Je kunt klimmen op de maatschappelijke ladder
B
Macht, kennis en geld zijn niet gelijk verdeeld over de samenleving.
C
Alle maatschappelijke posities van hoog naar laag
D
Je kunt bewegen, zoals dansen, waardoor je een betere positie hebt.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is een opleiding belangrijk?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Een schoonmaker kan nooit een directeur worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welk beroep staat het hoogst op de maatschappelijke ladder
A
Docent
B
Vakkenvuller
C
Politieagent
D
Arts

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

De plaats die je in de samenleving inneemt =
A
positie-ladder
B
doorzettingsvermogen
C
maatschappelijke positie
D
afkomst

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welke zinnen zijn juist?
1. Iemand met werk heeft een plaats op de maatschappelijke ladder.
2. Iedereen kan een stapje klimmen op de maatschappelijke ladder.

A
1 en 2 zijn juist.
B
1 en 2 zijn onjuist
C
1 is juist, 2 is onjuist
D
1 is onjuist, 2 is juist

Slide 15 - Quiz

Welke zinnen zijn juist?
1. Iemand met werk heeft een plaats op de maatschappelijke ladder.
2. Iemand die de Staatsloterij wint, stijgt meteen op de maatschappelijke ladder.
3. Iedereen kan een stapje klimmen op de maatschappelijke ladder.

Het stijgen en dalen op de maatschappelijke ladder is
A
Sociale mobiliteit
B
Sociale ongelijkheid
C
Maatschappelijke verandering
D
Maatschappelijke ongelijkheid

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat bepaalt jouw positie op de maatschappelijke ladder niet?
A
inkomen
B
macht
C
geloof
D
talent

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

8.4

Slide 18 - Slide

This item has no instructions