Beter lezen 7

Beter lezen 7
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Beter lezen 7

Slide 1 - Slide

Doel:
Ik kan de tekst lezen.
Ik begrijp de tekst.
Ik kan vragen beantwoorden over de tekst.
Ik kan de tekst na vertellen.
Beter lezen 

Slide 2 - Slide

1. lezen

2. vertalen

3. onderstreep 

4. lezen

5. vragen maken

Slide 3 - Slide

1. lezen

2. vertalen

3. onderstreep 
namen

mensen
dieren
dingen 
werkwoorden
 
4. lezen

5. vragen maken

Slide 4 - Slide

De auto is kapot.

Slide 5 - Slide

12 uur

Slide 6 - Slide

de bus

Slide 7 - Slide

de bushalte

Slide 8 - Slide

De man loopt.

Slide 9 - Slide

2 uur

Slide 10 - Slide

Kies het goede woord.

Slide 11 - Slide

de man
de bus
de auto
de fiets

Slide 12 - Drag question

de man
de bushalte
de auto
de fiets

Slide 13 - Drag question

12 uur
de man
de auto
de fiets

Slide 14 - Drag question

de man eet
de man loopt
de man ligt
de man zit

Slide 15 - Drag question

Kies het goede woord.
Kies A, B of C.

Slide 16 - Slide

Wat is dit?
A
het huis
B
de bus
C
de auto

Slide 17 - Quiz

Wat is dit?
A
de bus
B
de auto
C
het huis

Slide 18 - Quiz

Wat is dit?
A
de auto
B
het huis
C
de bushalte

Slide 19 - Quiz

Wat is dit?
A
12 uur
B
2 uur
C
10 uur

Slide 20 - Quiz

Is het waar of niet waar?
Kies A of B.

Slide 21 - Slide

Abdu is in huis.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Abdu zit in de auto.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

De auto rijdt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Abdu wil met de bus naar huis.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Abdu zit in de bus.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Abdu loopt naar huis.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Abdu komt om 4 uur thuis.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Lees de zinnen.
Welke zin is goed?
Kies A of B.

Slide 29 - Slide

Welke zin is goed?
A
Ik slaap in de nacht.
B
Ik ga in de nacht naar school.

Slide 30 - Quiz

Welke zin is goed?
A
De auto loopt.
B
De auto rijdt.

Slide 31 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Ik woon in een huis.
B
Ik woon op school.

Slide 32 - Quiz

Welke zin is goed?
A
De man gaat naar het werk.
B
De man gaat naar huis.

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Vertel samen het verhaal van Abdu.

Slide 40 - Slide

Heb ik de doelen behaald?
Ik kan de tekst lezen.
Ik begrijp de tekst.
Ik kan vragen beantwoorden over de tekst.
Ik kan de tekst na vertellen.
Hoe was de les?
Wat is mijn huiswerk?
Beter lezen 

Slide 41 - Slide