WS: Atomen $1

WS: Atomen $1
Chemische reacties beschrijven we met een reactieschema. In een reactieschema schrijven we schematisch op welke stoffen voor de reactie aanwezig waren (de reactanten) en welke stoffen na de reactie zijn ontstaan (de producten). Tussen de reactanten en de producten schrijven we een pijltje:

 

                                                            reactant 1 + reactant 2 + ... → product 1 + product 2 + ...


Laten we als voorbeeld de verbranding van staalwol nemen. De reactanten zijn in dit geval ijzer en zuurstof en het product is ijzeroxide. We schrijven dit als volgt op:


                                                                                 ijzer + zuurstof → ijzeroxide(=roest)

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

WS: Atomen $1
Chemische reacties beschrijven we met een reactieschema. In een reactieschema schrijven we schematisch op welke stoffen voor de reactie aanwezig waren (de reactanten) en welke stoffen na de reactie zijn ontstaan (de producten). Tussen de reactanten en de producten schrijven we een pijltje:

 

                                                            reactant 1 + reactant 2 + ... → product 1 + product 2 + ...


Laten we als voorbeeld de verbranding van staalwol nemen. De reactanten zijn in dit geval ijzer en zuurstof en het product is ijzeroxide. We schrijven dit als volgt op:


                                                                                 ijzer + zuurstof → ijzeroxide(=roest)

Slide 1 - Slide

Vraag 1
 Als we het metaal calcium in water gooien reageert het heftig. 
Bij deze reactie ontstaat kalk en waterstofgas. Schrijf het reactie schema op dat bij deze reactie hoort.

Slide 2 - Slide

Antwoord 1
calcium + water --> kalk + waterstof

Slide 3 - Slide

Vraag 2
Bij de verbranding van staalwol ontstaat roest. Staalwol bestaat voornamelijk uit ijzer. 
Schrijf het reactie schema op dat bij deze reactie hoort.

Slide 4 - Slide

Antwoord 2
ijzer + zuurstof --> ijzeroxide

Verbranding veronderstelt reageren met zuurstof.

Slide 5 - Slide

Vraag 3
Geef bij elk van de volgende fenomenen aan of het gaat om een faseovergang of een chemische reactie. Licht je keuze telkens toe.

 
Het koken van water
Het ontstaan van wolken
Het maken van karamel
Het bakken van een ei
Het smelten van ijzer
Het bevriezen van een ijslolly
Het verbranden van hout

Slide 6 - Slide

Antwoord: Koken van water
Dit is een fase-overgang.

Als je de damp afkoelt heb je weer vloeibaar water!

Slide 7 - Slide

Antwoord: Ontstaan van wolken
Dit is een fase overgang

Zelfde als met koken van water

Slide 8 - Slide

Antwoord: Het maken van karamel
Dit is een chemische reactie.

Je kan van de karamel geen suiker meer maken

Slide 9 - Slide

Antwoord: Het bakken van een ei
Dit is een chemische reactie.

Je kan van een gebakken ei geen rauw ei maken!


Slide 10 - Slide

Antwoord: het smelten van ijzer
Dit is een faseovergang

Als het ijzer afkoelt is het (weer) vast ijzer.

Slide 11 - Slide

Antwoord: Bevriezen IJslolly
Dit is een faseovergang.

Als je de ijslolly laat liggen, dan smelt deze weer.

Slide 12 - Slide

Antwoord: Verbranden van hout
Dit is een chemische reactie.

De as kan je niet terug veranderen in hout.

Slide 13 - Slide