V1 | Les 1 | Latijn | 19-04-2024

1 / 14
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom & Startklaar
      Telefoon in het zakkie, oortjes weg
       JdW-map en pen op tafel
      Nieuw Cornell-blad voor je 
       
      
timer
5:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma

  • Leerdoelen opstellen: nominativus en accusativus
  • Instructie: korte grammatica-uitleg
  • Aan de slag: oefeningen maken
  • Reflectie en leerdoelen check: hebben we het begrepen?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kan het onderwerp en lijdend voorwerp in een Latijnse zin aanwijzen
  • Je kan uitleggen wat een naamval en een functie is
  • Je kan van Latijnse woorden de naamval/geslacht/getal/groep benoemen
  • Je kan korte Latijnse zinnen vertalen 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Onderwerp & lijdend voorwerp
Nederlands: plaats in de zin.
1. Marcus ziet Cornelia
2. Cornelia ziet Marcus

Latijn: vorm van het woord.
1. Marcus Corneliam videt
2. Marcum Cornelia videt
Vorm = naamval
Stam = deel dat niet verandert:
Marc- en Corneli-
Uitgang = deel dat verandert:
-us en -a 

Slide 5 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Nominativus en accusativus
Nominativus = onderwerp
1. Marcus ziet Cornelia
2. Cornelia ziet Marcus

Accusativus = lijdend voorwerp
1. Marcus ziet Cornelia
2. Cornelia ziet Marcus
Naamval heeft functie

nominativus = onderwerp
accusativus = lijdend voorwerp

Slide 6 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Zelfstandig naamwoord: groep 1 en 2
Zelfstandige naamwoorden worden ingedeeld in groepen. Woorden hebben een geslacht (vrouwelijk/mannelijk/onzijdig)
Naamval
Getal
Functie
Groep 1: V
Groep 2: M
Groep 2: O
Nom 
Ev
Onderwerp
mens-a
serv-us
don-um
Acc
Ev
Lijdend vwp
mens-am
serv-um
don-um
Nom
Mv
Onderwerp
mens-ae
serv-i
don-a
Acc
Mv
Lijdend vwp
mens-as
serv-os
don-a

Slide 7 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.




Het onderwerp staat in het Latijn in de naamval
A
Nominativus
B
Accusativus
C
c.
D
d.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions



De accusativus heeft de functie van
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
c.
D
d.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag
Maak nu taaloefeningen A-B-C-D op pag. 13-14

Nota bene (let op):
De betekenis van de woorden van oefening C staat op pagina 12!


timer
20:00

Slide 10 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Controle: B
1. Cibum
2. Dona
3. Aurum (2x)
4. Vinum (2x)
5. Mensas
6. Servos
7. Donum (2x)
8. Servum

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Controle: C
1. Rex donum accipit
2. Vinum amat
3. Servus mensam tangit
4. Midas cibum amat
5. Servos in aurum mutat
6. Servus currit
7. Regia mira est
8. Servus dona accipit

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Controle: D
1. Mensam
2. Donum (2x)
3. Servos
4. Mensae

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Reflectie
  1. Je kan het onderwerp en lijdend voorwerp in een Latijnse zin aanwijzen
  2. Je kan uitleggen wat een naamval en een functie is
  3. Je kan van Latijnse woorden de naamval/geslacht/getal/groep benoemen
  4. Je kan korte Latijnse zinnen vertalen 

Neem tekst 2.A. op pag. 18 erbij!
1. Zet een streep onder het onderwerp en vierkante haken om het lijdend vwp
2. Schrijf de vertaling van de zin op in je oefenboekje/schrift (pag. 12)

Slide 14 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.