This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
Geboorteregeling
Slide 1 - Slide
Geboorteregeling
Je kunt enkele methoden voor geboorteregeling noemen.
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Basisstof 6 Geboorteregeling
- Weet je wat geboorteregeling is.
- Kun je een aantal methoden van geboorteregeling beschrijven.
- Weet je welke methode betrouwbaar is en welke niet.
Slide 3 - Slide
Geboorteregeling
voorbehoedsmiddelen
=
anticonceptiemiddelen
=
geboorteregeling
Anti = tegen
Conceptie = bevruchting
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Betrouwbaar
Niet betrouwbaar
Slide 6 - Slide
Condoom
Een condoom is een hoesje van dun rubber.
Condooms zijn gemakkelijk, goedkoop en betrouwbaar.
Nadeel: vrijen moet onderbroken worden.
Voordeel: condoom beschermt ook tegen soa's.
Gebruik een condoom maar 1 x
Slide 7 - Slide
De pil
- De pil bevat hormonen
- De pil moet dagelijks worden ingenomen
- De pil werkt NIET tegen geslachtsziektes
- De vrouw slikt 3 weken de pil, daarna is er een pauzeweek
Slide 8 - Slide
Pil
Slide 9 - Slide
Andere vormen pil
Nuva-ring: plaats je in de vagina, 3 weken, daarna stopweek
Prikpil: om de 3 maanden injectie met hormonen. Geen of minder menstruatie.
Anticonceptie pleister: plak je op de huid, 3 weken, daarna stopweek.
Anticonceptie staafje: wordt onder de huid geplaatst en kan 3 maanden blijven zitten.
Ze zijn allemaal op doktersvoorschrift te verkrijgen en geven hormonen af net als de pil.
Slide 10 - Slide
Het spiraaltje
Slide 11 - Slide
Het Spiraaltje
Hormoonspiraaltje voorkomt eisprong
Koperspiraaltje voorkomt innestelling
Huisarts of gynacoloog plaatst spiraaltje
Zeer betrouwbaar
Slide 12 - Slide
Nuva-ring
Slide 13 - Slide
Condoom, voorkomt dat zaadcellen bij de eicel komen. beschermt ook tegen SOA's
De pil, anticonceptiepleister, NUVA-ring en hormoonstaafje bevatten een combinatie van progesteron en oestrogeen. Deze hormonen zorgen ervoor dat er geen nieuwe eicel zal rijpen en er dus ook geen eisprong komt.
Ook wordt het baarmoederslijmvlies dikker waardoor zaadcellen moeilijker de baarmoeder in komen.
Het spiraaltje wordt door een arts in de baarmoeder geplaatst. Voorkomt het innestelen van een bevruchte eicel en maakt zaadcellen minder vruchtbaar. Er zijn ook spiraaltjes die hormonen afscheiden.
Sterilisatie is het doorsnijden (of dichtknopen) van zaadleiders bij de man waardoor er geen zaadcellen in het sperma terecht komen. Ook kan bij de vrouw de eileider afgesloten worden waardoor er geen zaadcellen bij de eicel kunnen komen.
Dit is definitief en gebeurt vaak wanneer iemand zeker weet geen (of niet meer) kinderen wil.