2 China: van kopiëren van innoveren

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wat gaan we vandaag leren?

Heel lang was China een arm land. Dat is in veertig jaar tijd totaal veranderd. China is nu de op één na grootste economie in de wereld.

Leerdoel: Wat zijn de belangrijkste economische veranderingen in China tussen 1980 en nu?

Wat hoort niet bij China nu?

1. Open economie
2. Communistische Partij
3. Helemaal open voor Westerse cultuur
4. Minder armoede

wat was geen reden voor het vestigen van westerse bedrijven in Shenzhen?

1. goedkope arbeiders
2. geen belasting
3. lage lonen
4. veiligere omstandigheden

De eerste SEZ in China was:

1. Shanghai
2. Hongkong
3. Shenzhen
4. Guangzhou

Welke sector is het grootst in Shenzhen?

1. Landbouw
2. Industrie
3. Diensten

Hoe heet de grootste stad van China?

1. Peking
2. Sjanghai
3. Shenzhen
4. Beijing

Welk kenmerk hoort NIET bij Shenzhen?

1. Megastad
2. SEZ
3. Multinationals
4. Wereldstad

Sinds Shenzhen een SEZ is geworden is er een .... in Shenzhen.

1. Vestegingsoverschot
2. Vertrekoverschot

Wat was Shenzhen voor het vol stond met fabrieken?

1. Een mijnstadje
2. Een boerendorp
3. Er woonde niemand
4. Een vissersdorp

Hoeveel jaar duurde het voordat Shenzhen van visserdorp tot stad ging?

1. 15 jaar
2. 30 jaar
3. 50 jaar
4. 75 jaar

MNO's verplaatsen vaak hun.......naar de lagelonenlanden.

1. managementafdeling
2. productieafdeling

eenkindpolitiek

communisme

speciale economische zone

urbanisatie

rechten van arbeiders

komst van buitenlandse bedrijven 

grote tegensteling arm en rijk in China 

planeconomie 

kleine gezinnen 

gescheiden wonen van ouders en kinderen 

Succescriteria

Wat moet je kennen en kunnen?

• wat de rol is van de opendeurpolitiek in de opkomst van de Parelrivierdelta.
• waar de industrie in China is geconcentreerd.
• welke veranderingen er zijn in de economie van China.
• de topografie van de Parelrivierdelta.

Basisboek

• B224, B247, B258, B259, B260, B261, B13

Begrippen

Communistische:                              Politieke vorm waarbij de staat alle bedrijven bezit en bepaalt welke producten worden gemaakt.

Speciale economische zone (SEZ):  Gebied waar de buitenlandse bedrijven zich vrij mogen vestigen en weinig belasting betalen.

Kolonie:                                            Gebied in een ander werelddeel dat in het bezit is van (meestal) een Europees land.

Arbeidsintensieve:                            Bedrijf dat veel arbeiders nodig heeft.

Lagelonenland:                                 Land met lage arbeidskosten.

Megastad:                                         Stad met meer dan 10 miljoen inwoners.

Arbeidsmigrant:                                Iemand die nergens anders gaat werken door een gebrek aan werk en geld in zijn eigen gebied.

Export:                                              Uitvoer van goederen en diensten naar een ander land.

Afzetmarkt:                                       Het aantal klanten dat producten wil verkopen.

Hightechindustrie:                             Industrie die gebaseerd is op hoogstaande technische kennis.

Assemblage:                                      Het in elkaar zetten van een product.

Aan de slag

Je mag aan de slag met de opdrachten van §1.2 in Learnbeat