Les 1 Film monteren

 Welkom DP4
12.20 - 12.25
startactiviteit
12.25 - 12.30
lesdoelen
12.30 - 13.00
theorie Film monteren met introductie Open Shot
13.00 - 13.10
uitleg oefen examen
13.10 - 13.55
aan de slag met opdracht
13.55
les van mw. Broersma
Startopdracht:
Maak het werkblad klokkijken
timer
5:00
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

 Welkom DP4
12.20 - 12.25
startactiviteit
12.25 - 12.30
lesdoelen
12.30 - 13.00
theorie Film monteren met introductie Open Shot
13.00 - 13.10
uitleg oefen examen
13.10 - 13.55
aan de slag met opdracht
13.55
les van mw. Broersma
Startopdracht:
Maak het werkblad klokkijken
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Aan het einde van deze les ken je de begrippen over montage
  • Aan het einde van de les ken je de volgorde van het monteren
  • Aan het einde van de les heb ik kennis gemaakt met het programma OpenShot 

Slide 2 - Slide

Hoe??
Iedereen krijgt:
  1. een USB stick (gekoppeld aan jou)
  2. een oefenexamen
  3. een examenlaptop
  4. een aantekeningen schrift

Slide 3 - Slide

Capturen en Editen
Het importeren van de juiste videobeelden. Je laad de clips in die je wilt gebruiken voor je film. Meestal gebruiken we de Engelse term; Editen
(Het aan elkaar plakken van shots, op de gewenste volgorde)

Slide 4 - Slide

Workflow
  • voordat je gaat monteren/ editen in een bewerkingsprogramma kijken hoe je snel en handig kunt werken (werkstroom)


Slide 5 - Slide

Workflow

Slide 6 - Slide

Workflow

Slide 7 - Slide

Scene 
Als een stukje film zich op één plaats en op één moment afspeelt dan noem je dat een scène. Let op: een scène kan uit meerdere shots bestaan.

Slide 8 - Slide

Shot
Een shot is één film- of video-opname die zonder onderbrekingen is opgenomen.

Slide 9 - Slide

Clip
Korte stukjes film of bestand op je telefoon , computer of een andere geheugendrager met filmbeelden en audio.

Slide 10 - Slide

Spotten

Na het filmen heb je een verzameling clips gemaakt. 
Meestal komen niet alle clips in jouw film.

-> Spotten Het uitzoeken van de clips die je wilt gebruiken. 
-> Spotlist Lijst van filmfragmenten

Slide 11 - Slide

Framerate
  • Een film is een reeks foto's die achter elkaar geplaatst en vervolgens snel afgespeeld worden. 
  • Zo'n enkele foto noem je een frame.
  • De framerate is hoeveel beeldjes per seconde worden opgenomen tijdens het filmen. Dit wordt ook wel afgekort als fps. 
  • Fps staat voor frames per seconde. Eén frame is één beeldje. 
  • De standaard framerate die we gewend zijn is 25 of 30 beelden per seconde.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Overgangen- en effecten
Heb je alle clips geknipt en in goede volgorde gezet? Dan kun je verschillende overgangen aanbrengen.

Slide 14 - Slide

Overgangen
  • Het moment dat een shot overgaat in een ander shot is een beeldovergang. Dit wordt ook wel een Las genoemd. (bijvoorbeeld van speelplein naar klaslokaal).
  • Je kunt hier een overgangseffect overheen zetten. 
  • Een overgangseffect laat een shot mooi overvloeien in het volgende shot.

Slide 15 - Slide

Overgangen- en effecten
Welke overgangen kun je gebruiken:
1. fade-in
2.fade-out
3.crossfade
4.geanimeerde beeldovergang

Slide 16 - Slide

Overgangen- en effecten
Fade-in
Een clip wordt in een bepaalde tijd zichtbaar van 100% transparantie (onzichtbaar) naar 0% transparantie (volledig zichtbaar)


Slide 17 - Slide

Overgangen- en effecten
Fade-out
Een clip wordt in een bepaalde tijd onzichtbaar van 0% transparantie naar 100% transparantie.

Slide 18 - Slide

Overgangen- en effecten
Crossfade
De eerste clip heeft aan het einde een fade-out, de tweede clip heeft aan het begin een fade-in. Hierdoor gaan de clips soepel in elkaar over. Dit wordt ook wel Dissolve/overvloeier genoemd.

Wipe: Een trucje waarbij het tweede fragment voor het eerste fragment schuift.

Slide 19 - Slide

Overgangen- en effecten
Je kunt ook een geanimeerde overgang gebruiken. 

Slide 20 - Slide

Effecten
Als je de contrasten wilt vergroten of een bepaalde sfeer wilt creëren dan kun je de kleuren aanpassen. Dat noem je kleurcorrectie.

(Een kleurcorrectie-effect kun je zien zoals een filter in Instagram).

Slide 21 - Slide

Geluid monteren
Je hebt je beelden voorzien van een overgang en/of effect.  Dan ga je nu het geluid monteren.

Slide 22 - Slide

Geluid monteren
Je kunt muziek en geluiden (bijvoorbeeld een voice-over) onder je film zetten. Of geluidseffecten zoals vallend glas of het ruisen van de zee.

Geluid wordt bij het monteren in een geluidspoor gezet. 






Slide 23 - Slide

Geluid monteren
In de audiovisuele wereld zijn er de volgende geluiden bij het monteren:

Direct geluid: geluid dat gelijk met de beeldopname is opgenomen.
Setnoise: het natuurlijke geluid op de locatie.
Voice-over: de vertelstem of commentaarstem.
Effectgeluiden: geluiden die los opgenomen worden.
Off-screen: geluid van het sprekende personage. De stem is wel hoorbaar aanwezig, maar het personage is niet in beeld.


Slide 24 - Slide

Titel en aftiteling
Het is mooi om aan het begin van de film een titel toe te voegen. Ook wel de openingstitel. Vaak worden dan de regisseur en enkele acteurs genoemd.

De aftiteling is een overzicht van iedereen die aan een film of televisie-uitzending heeft meegewerkt, bijvoorbeeld de regisseur, de acteurs en alle andere betrokkenen. Je kunt ook de locatie waar het filmpje is opgenomen vermelden. En de soundtrack. De aftiteling komt aan het einde van de film in beeld.

Slide 25 - Slide

Renderen
Als je een bepaalde bewerking uitvoert (bijvoorbeeld beeld vertragen of inzoomen), moet de computer deze bewerking eerst ‘uitrekenen’ voordat je het meteen op het scherm kunt bekijken. Dit proces noem je renderen. Alle losse fragmenten vormen samen een grote hoeveelheid beeldinformatie die aan elkaar geplakt moet worden tot een daadwerkelijk bestand. Dit gebeurt beeld voor beeld.
Samengevat: Het aan elkaar plakken van losse beeld- en geluidsfragmenten na de montage.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

exporteren/publiceren
Het verzamelen en samenvoegen van alle bestanden van een project tot één zelfstandig bestand -> het maken van één film
Je kunt een film in verschillende bestandsformaten opslaan. De formaten avi, mov of mp4 zijn het meest bekend, maar er zijn er nog veel meer. 
In bijna alle bewerkingsprogramma's kun je kiezen in welk formaat je jouw film wilt exporteren.
Als je dit bestand ook beschikbaar stelt voor andere programma's of personen dan noem je dat publiceren.




Slide 28 - Slide

Aan de slag
  1. Je krijgt van mij een laptop en USB stick  
  2. Je krijgt een oefenexamen
  3. Bestanden staan op de USB stick
  4. Volg de opdrachten volgens het examen

Slide 29 - Slide