Have got & Plural

Welcome to English class!
- Find a seat.
- Grab your workbook, notebook and pen. 
- Wait until class begins!
1 / 42
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Welcome to English class!
- Find a seat.
- Grab your workbook, notebook and pen. 
- Wait until class begins!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

                                                   Newsround 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Today's planning 23-10-2024
  • Reading 2.4 (klassikaal)
  • Grammar 'have got' en plurals (excercises 30-31-32, alone)
  • Assignment 15 (klassikaal)
  • Vocabulary and sentences 2.1 and 2.2
  • Grammar: Time and data


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Have got

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Have got = Hebben
Wanneer: Als je wilt aangeven dat iemand iets bezit. Dat kan een voorwerp zijn, of een eigenschap, een relatie of zelfs een ziekte.
Vb: 
I have got a cat  and he has got two sisters.                 
She has got a headache
They have got a big house 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Grammar: Have got = Hebben
I
have got
you 
have got
he/she/it
has got
we 
have got
you
have got
they
have got
timer
2:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Bevestigend + --------->


Ontkennend - --------->


Vragend ? ------------->


I have got a pen.





Slide 7 - Slide

- LAten zien dat perszonal pronouns zijn veranderd maar vorm to be nog het zelfde bij de juiste groep. 
- In een vraag staat de vorm van to be vooraan. 
- In een ontkennende zin staat not achter de vorm van be.
- eerst kijken naar om welke persoon het gaat, en dan de juiste vorm van to be toevogen. 

Bevestigend + --------->


Ontkennend - --------->


Vragend ? ------------->


I have got a pen.
I've got a pen.

have not got a pen. 
haven't got a pen.




Slide 8 - Slide

- LAten zien dat perszonal pronouns zijn veranderd maar vorm to be nog het zelfde bij de juiste groep. 
- In een vraag staat de vorm van to be vooraan. 
- In een ontkennende zin staat not achter de vorm van be.
- eerst kijken naar om welke persoon het gaat, en dan de juiste vorm van to be toevogen. 

Bevestigend + --------->


Ontkennend - --------->


Vragend ? ------------->


I have got a pen.
I've got a pen.

have not got a pen.
I haven't got a pen.

Have got a pen? 


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Have got
Bevestigend + --------->


Ontkennend - --------->


Vragend ? ------------->



I ........ a pen.
...... have got a big house.
She ........ a beautiful voice.
Leonore .........  a dog.  
...... haven't got any homework.
You ......... a car. 
......  you ..... a pet? 
Have ....... got any siblings?
...... Jules ...... a bike?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Have got
Bevestigend + --------->


Ontkennend - --------->


Vragend ? ------------->



I have got a pen.
They have got a nig house.
She has got a beautiful voice.
Leonore hasn't got a dog.  
We haven't got any homework.
You haven't got a car. 
Have you got a pet? 
Have they got any siblings?
Has Jules got a bike?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Plural

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

RULES PLURAL
timer
5:00

Slide 13 - Slide

eigen  voorbeeld opschrijven voor beter begrip. 
RULES PLURAL

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Time to practise!

Slide 15 - Slide

Laat de leerlingen de opgeschreven regels voor zich houden en de oefeningen maken. Leerlingen die aan de beurt komen moeten de regel kunnen opnoemen die gebruikt wortd,.
Plural of:
A
shoe
B
shoes
C
schoenen
D
shoos

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Plural of: tax
A
taxs
B
taxen
C
tax's
D
taxes

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Plural of:
A
puppies
B
puppy's
C
puppys
D
puppen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Plural of:
A
tomatos
B
tomaten
C
tomato's
D
tomatoes

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Plural of: hero
A
heroes
B
hero's
C
heros
D
held

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Plural of:
A
sheeps
B
sheep
C
schapen
D
sheep's

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Plural of:
A
ganzen
B
goosen
C
gooses
D
geese

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions


A
boxes
B
boxxes
C
bosses
D
boxees

Slide 23 - Quiz

we gaan nu op een andere manier antwoorden, als je antw:
veel vragen dus laat de leerlingen nu op een andere manier antwoorden: A is staan, B is zitten, c linkerhand omhoog, d is rechter hand omhoog.
of laat de leerlingen bepalen wat wat is. of een mix. 
Uniform
A
uniformes
B
uniform's
C
uniforms
D
uniformies

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions


A
fishes
B
fish
C
fishen
D
fishies

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Thief
A
thiefs
B
thiefes
C
thiefies
D
thieves

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions


A
cooky's
B
cookies
C
cookys
D
cookyes

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions


A
Butterflies
B
butterflys
C
butterflie's
D
butterfly's

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions


A
Brushes
B
brush's
C
brushs
D
brushies

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

strawberry
A
strawberries
B
strawberrys
C
strawberrys
D
strawberryes

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions


A
elfs
B
elves
C
elfes
D
elf's

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions


A
ponys
B
ponies
C
pony's
D
ponie's

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions


A
bus's
B
buss
C
buses
D
busses

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions


A
leaves
B
leafes
C
leafs
D
leaf's

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions


A
faces
B
face's
C
facies
D
facces

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions


A
mouthees
B
mouth's
C
mouthens
D
mouths

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions


A
modelles
B
modellen
C
models
D
modelens

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Plural of:
A
knife's
B
knifes
C
knives
D
kniven

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Plural of: child
A
child's
B
childs
C
kinderen
D
children

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

29, 30, 31, 32

p.64
timer
15:00

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Oefenen voor de SO
Activiteit 1: Maak een verhaal met de zinnen van U2: Datum, tijd & afspraken. Gebruik van elk onderdeel minimaal 3 zinnen
Activiteit 2:  Maak flashcards met de woorden of/en speel een memory game om de woorden te oefenen.
Activiteit 3: Maak de worksheet en oefen met tijd en data. 


Slide 41 - Slide

schrijf de boekopdrachten op het boord. leerlingen die klaar zijn mogen kiezen meyt welke activiteit ze beginnen. ligt aan de tijd hoeveel activiteiten ze moeten doen. 
QUIZLET!

Slide 42 - Slide

This item has no instructions