Vorm

• Muziek
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Vorm

De vorm van een liedje wordt bepaald door de verschillende vormonderdelen.

Intro, couplet, pre-chorus, refrein, brug, outro.

Wat gaan we doen?

5 vragen over de verschillende vormonderdelen.

Welk onderdeel van een liedje kun je vaak als eerste meezingen?

1. Intro
2. Brug
3. Couplet
4. Refrein

Welk vormonderdeel komt slechts één keer voor in een liedje?

1. Intro
2. Brug
3. Couplet
4. Refrein

In welk onderdeel wordt het grootste deel van het verhaal verteld?

1. Intro
2. Brug
3. Couplet
4. Refrein

Alle liedjes beginnen met een intro.

1. Waar
2. Onwaar

In het outro kan de muziek steeds zachter gaan klinken. Hoe heet dit?

1. Outro
2. Instrumentale solo
3. Fade-out
4. Variatie op het refrein

Couplet-refrein structuur

Intro: introductie van het liedje. Vaak zonder zang.

Couplet: komt meerdere keren voor. Het verhaal van het liedje wordt hierin verteld. 

Refrein: de melodie is belangrijk. Dit deel van het liedje is vaak het meest herkenbaar. 

Couplet-refrein structuur

Pre refrein: inleiding op het refrein. Als een liedje een pre refrein bevat, komt deze altijd voor het refrein. 

Brug: qua tekst en melodie anders dan de rest van het liedje. Komt één keer voor. 

Outro: afsluiting van het liedje. 

Instrumentaal tussenspel / instrumentale solo

Sommige liedjes bevatten een instrumentaal tussenspel of solo. Dit kan bijvoorbeeld een gitaarsolo zijn. 

De volgende luistervraag gaat over het instrumentale tussenspel/solo. 

Luistervraag 

Luister naar 'Englishman in New York ' van Sting.

Wat zijn de eerste vier vormonderdelen?

Wat zijn de eerste vier vormonderdelen van het liedje?

1. Intro - couplet 1 - refrein - couplet 2
2. Intro - couplet 1- couplet 2 - refrein
3. Couplet 1 - couplet 2 - refrein - couplet 3
4. Couplet 1 - pre refrein - refrein - couplet 2