This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Les 2 - Methoden van observeren
Slide 1 - Slide
Nodig bij de komende lessen:
* Leer- en werkboek: Basisboek Opvoeding en Ontwikkeling. * Eventueel pen en papier voor aantekeningen.
Slide 2 - Slide
Wat gaan we vandaag behandelen?
- Korte terugblik op de vorige les.
- Doelen van deze les.
- Paragraaf 8.3
-
Slide 3 - Slide
Job pakt de bal van de grond en loopt naar Seb. Hij kijkt Seb boos aan en geeft hem een duw. Hij is duidelijk gefrustreerd over de situatie die net plaatsvond.
Hierboven lees je een deel van een observatie. Is dit objectief of subjectief beschreven?
A
Objectief
B
Subjectief
Slide 4 - Quiz
Wat verstaan we onder 'gedrag'?
A
Alle gedragingen van de mens.
B
Alle waarneembare activiteiten van de mens.
C
Alles wat je kunt waarnemen.
D
Alles wat mensen doen.
Slide 5 - Quiz
Zet de stappen in de juiste volgorde.
Stap 1
A. Orden de gegevens.
Stap 2
B. Schrijf de vraagstelling op.
Stap 3
C. Kies de observatiemethode.
Stap 4
D. Voer de observatie uit.
Stap 5
E. Schrijf op waarom je observeert.
Stap 6
F. Rapporteer.
Stap 7
G. Noteer de achtergrondgegevens.
Stap 8
H. Geef antwoord op de vraagstelling.
Opdracht: Pak pen en papier en zet de stappen in de juiste volgorde.
Slide 6 - Slide
Zet de stappen in de juiste volgorde.
Stap 1
E. Schrijf op waarom je observeert.
Stap 2
G. Noteer de achtergrondgegevens.
Stap 3
B. Schrijf je vraagstelling op.
Stap 4
C. Kies de observatiemethode.
Stap 5
D. Voer de observatie uit.
Stap 6
A. Orden de gegevens.
Stap 7
H. Geef antwoord op de vraagstelling.
Stap 8
F. Rapporteer.
De antwoorden...
Slide 7 - Slide
Lesdoelen van deze les
Aan het einde van deze les:
-kun je het verschil tussen kwantitatief en kwalitatief observeren uitleggen.
-weet je welke observatie methode bij een vraagstelling past.
-maak je kennis met verschillende observatie methodes
-begrijp je dat rapporteren invloed heeft op de kwaliteit van je werk.
-weet je hoe een kindvolgsysteem werkt.
Slide 8 - Slide
Verschil Kwalitatief-Kwantitatief
Kwa·li·ta·tief
wat de kwaliteit betreft: kwalitatief goed (HOE?)
Kwan·ti·ta·tief
volgens de hoeveelheid (HOEVEEL?)
Slide 9 - Slide
Kwalitatief observeren
Het gaat vooral om de vraag hoe het gedrag eruit ziet. Bijvoorbeeld onrustig, storend, onopvallend, etc.
Je schrijft tijdens de observatie al het gedrag van het kind op.
Waardoor is jouw leerling tijdens de taalles zo onrustig? Je beschrijft de situatie heel nauwkeurig.
Slide 10 - Slide
Voorbeeld 1 van een kwalitatieve observatiemethode
Intervalobservatie
Wanneer je een idee hebt wat de reden is van bepaald gedrag, maar nog twijfelt.
Een observatie waarbij je met tussenpozen waarneemt.
Bijv. 3 min. wel / 10 min. niet / 3 min. wel / etc...
Slide 11 - Slide
Voorbeeld 2 van een kwalitatieve observatiemethode
Logboek
Als het gedrag dat je wilt observeren steeds in een specifieke situatie voorkomt. Bijvoorbeeld elke dag tijdens buitenspelen.
-Een soort dagboek.
Slide 12 - Slide
Kwantitatief observeren
Hierbij gaat het vooral om hoe vaak het gedrag voorkomt.
Je telt de gedragingen in een bepaalde periode. Je kijkt bijvoorbeeld naar hoe vaak leerling X door de leerkracht heen praat tijdens de uitleg.
Slide 13 - Slide
Voorbeeld 1van een kwantitatieve
observatie methodes
Tijdsteekproef
Op vaste momenten noteren wat er gebeurt.
Slide 14 - Slide
Voorbeeld 2 van een kwantitatieve
observatie methodes
Checklist
Van te voren een lijst maken.
Slide 15 - Slide
Voorbeeld 3 van een kwantitatieve
observatie methodes
Categorieënmethode
Gedrag noteren dat op elkaar lijkt.
Slide 16 - Slide
Welke zin is waar?
A
Een kwantitatieve observatie gaat om hoe ziet het gedrag eruit.
B
Een kwalitatieve observatie gaat om hoe ziet het gedrag eruit.
Slide 17 - Quiz
Welke van onderstaande observatiemethodes is een kwalitatieve methode?
A
Checklist
B
Categorieënmethode
C
Logboek
Slide 18 - Quiz
Je telt gedragingen in een bepaalde periode. Dit hoort bij:
A
Kwantitatief observeren
B
Kwalitatief observeren
Slide 19 - Quiz
Vormen van rapporteren
-Observatieverslag
-Dagboek
-Overdrachtsdocument
-Voortgangsverslag
Slide 20 - Slide
*Lees blz. 231. Wat zie jij aan rapporteren op stage?
--> 3 studenten aan het woord.
*Lees 'Mondeling en schriftelijk rapporteren' op blz. 232.
Beantwoord de volgende twee vragen...
Slide 21 - Slide
Wat is een nadeel van mondeling rapporteren?
Slide 22 - Open question
Kinderen volgen
Een systeem om de ontwikkeling van een kind in kaart te brengen.
Welke herken je van stage? Kan je er iets over vertellen?
Slide 23 - Slide
Ouders
*Sla je boek open op blz. 233 en lees het deel 'Ouders volgen ook' op blz. 233 en 234.
Beantwoord de volgende vraag...
Slide 24 - Slide
Wat bedoelen we met 'ouderbetrokkenheid'?
A
Als ouders aanwezig zijn op de 10-minutengesprekken.
B
Als ouders betrokken zijn bij hun kind en thuis zijn als hun kind uit school komt, zodat ze de schooldag kunnen bespreken.
C
Als ouders helpen met schoolactiviteiten, zoals een leuk schoolreisje.
D
Als ouders interesse hebben voor de ontwikkeling van hun kind en het willen helpen om verder te helpen.