Th 7 Les 2: §2 Populaties

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Meer of minder?

§7.2 Populaties

Lesplanning

Herhalen stof vorige les

§7.2 Populaties:

- Verspreidingsgebied

- Draagkracht

- Exoot

- Monocultuur vs biologische landbouw

- Ongeslachtelijke vs geslachtelijke voortplanting

Ecologie

Bij ecologie kijk je naar relaties tussen organismen en hun omgeving.

Als eerste onderscheid je:

• abiotische factoren
  
• biotische factoren
  

Abiotische factoren

Tolerantiegebied is eigenlijk 'overlevingsgebied'.

Optimum: ideale omstandigheden

Minimum en maximum: meeste individuen overleven niet. 

Abiotische factoren

Vergelijking meerdere soorten. 

Kleine tolerantie:
gespecialiseerde soorten (alleen in specifieke omstandigheden)

Grote tolerantie: wijdverspreid.

Welke soort(en) komt (/komen) voor bij optimum A?

Biotische factoren

Biotische factoren zijn levende (of dode) factoren.

Voedsel, predatoren, concurrentie, samenleven, kadavers, beschutting door bomen, enz.

Hierover gaat de rest van Th. 7 vooral.

In dit klaslokaal. Noem 3 abiotische factoren die invloed hebben op jou.

Welke van de onderstaande dingen zijn biotische factoren?
1) Beschikbare ruimte
2) Hoeveelheid zuurstof
3) Mate van concurrentie
4) Hoeveelheid voedsel

1. 1, 2, 3 en 4
2. 1 en 3
3. 3 en 4
4. alleen 3

Welke soort heeft de hoogste tolerantie voor zoutgehalte?

1. Soort A
2. Soort B
3. Soort C
4. Soort D

De wetenschappelijke naam van luiaard is: Bradypus variegatus

Welke naam is de soortaanduiding?

1. Bradypus
2. Variegatus
3. Bradypus variegatus

Stel er bestaat een soort luiaard met de wetenschappelijke naam Bradypus torquatus kroefianus

Wat betekent de 3e naam?

1. De naam van het ras (ondersoort)
2. Naam van degene die de soort als eerste beschreven heeft.
3. mnr. van der Kroef is een luiaard
4. mnr. van der Kroef is familie van de luiaard

Populaties

Bij ecologie kijken we vaak niet naar een individu maar naar een populatie of de gehele soort.

Een populatie is een groep organismen (soortgenoten) in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten.

Organismen behoren tot dezelfde soort wanneer ze zich samen voortplanten en hun nakomelingen planten zich ook samen voort.

Verspreidingsgebied

Tolerantiecurve laat zien wat de overlevingskans is voor een soort.

Verspreidingsgebied is meer dan dat: een soort moet hier zelf kunnen komen.

In het natuurlijke verspreidingsgebied komt soort van nature voor en is helemaal onderdeel van ecosysteem.

Bij exoten gaat dit mis.

Exoten

Exoten zijn diersoorten die zich buiten hun natuurlijke verspreidingsgebied vestigen. Vaak door invloed van de mens.

Zij hebben vaak geen natuurlijke vijanden.

Schadelijke effecten:

• andere soorten verdringen of bejagen
• ecosystemen beschadigen
• ziektes bij zich dragen

Draagkracht

Soorten die zich nieuw vestigen en gemakkelijk kunnen overleven kunnen zich ontwikkelen tot een plaag.

Bij ongeremde groei wordt draagkracht van ecosysteem overschreden. Effect:

1. Populatiegrootte stabiliseert op aanvankelijke draagkracht.
2. Populatiegrootte stabiliseert op verlaagde draagkracht ecosysteem.
3. Ecosysteem onherstelbaar, uitsterven.
   

Oefenen

1. Maak van paragraaf 7.2 de vragen:
   16, 17, 18, 20 ,25

Landbouw

Veel boeren zijn in Nederland monoculturen gaan verbouwen.

1. Waarom is dit voor de boer handig/logisch?
2. Waarom zorgen monoculturen voor plagen?
3. Waarom is ongeslachtelijke voortplanting handig voor kweek van monoculturen?
   
4. Andere nadelen van monoculturen zijn?
5. Waarom kan een boer niet zomaar  'biologisch' worden?
   

Info?

Blz. 225 Nectar

(§7.2)

Klaar?

Maak vragen §7.2

Samen of alleen?

Graag samen, ook bij huiswerk mag je overleggen.

Antwoorden

Docent verdeelt bij bespreking vragen over de klas.