Toets 2 A2 TC

• NT2
• MBO
• Studiejaar 2

Toets 2 A2

Maak de zin af.
Hij wil naar huis maar

Maak de zin af.
Erik wil naar Rotterdam daar

Maak de zin af.
Simon staat op om 7 uur, eerst

Maak de zin af.
Eva koopt olie want

Maak de zin af.
Anja gaat naar de supermarkt daarna

Iemand is jarig. Wat schrijf je op de kaart?

Iemand is ziek. Wat schrijf je op de kaart?

Schrijf een goed adres op. Denk aan naam, straat, postcode en plaats.

De man is 77 jaar, de vrouw is 83 jaar. De vrouw is het ... ?

De man is 77 jaar, de vrouw is 83 jaar. De man is het ... ?

De jongen eet het .. (veel)

Een stoel, twee ...?

Een broodje, drie .. ?

Een koe, tien ... ?

Het heeft deze week veel ..........

1. regent
2. geregend
3. geregent
4. geregenen

Wat is het voltooid deelwoord?

We hebben gisteren in de stad koffie.... (drinken)

We zijn in de vakantie naar Frankrijk ....... (zijn)

Ga snel zitten, de les is al .......... (beginnen).

Ik heb een nieuwe jurk ......... (kopen) in de stad.

Ik heb een mooi boek ..... (lezen).

Maak een zin in de voltooide tijd.
We ... gisteren ... (voetballen)

Maak een zin in de voltooide tijd.
Zij ... in het weekend thuis ... (blijven)