This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 4 Energie
paragraaf 1 Verwarmen
Slide 1 - Slide
online les met lessonup
kom in de lessonup met de code links onder in beeld, Gebruik je eigen naam. Als je niet in deel hebt genomen aan de lessonup ben je niet aanwezig geweest in de les.
Slide 2 - Slide
Waar denken jullie aan bij het woord energie?
Slide 3 - Mind map
Noem verschillende vormen van energie.
Slide 4 - Mind map
Welke formules ken je nog met energie, Denk aan H2 en vorig jaar.
Slide 5 - Open question
E=P*t
E is Enerie in Joule J
P is Vermogen in Watt W
t is tijd in seconde s
Slide 6 - Slide
Een waterkoker van 800 Watt staat voor 4 minuten aan hoeveel energie word er gebuikt?
Slide 7 - Open question
Antwoord
P= 800 W
t= 4 minuten = 4*60= 240 s
E=? Joule
E=P*t
E=800*240=1920000 J
Dus de waterkoker gebruikt 192000 Joule
Slide 8 - Slide
warmte
Warmte is een vorm van energie, je kan rekenen aan warmte met de volgende formules.
Slide 9 - Slide
Q=c*m*deltat
Q is warmte in Joule J
c is soortelijke warmte in joule per gramcelcius J/g*C
m is massa in gram g
deltat is verschil temperatuur in celcius C
Slide 10 - Slide
De waterkoker van zojuist verwarmt het water van 20 graden Celsius. De soortelijke warmte van water in 4,18 j/g*C. Bereken de massa, gebruik de energie uit de vorige vraag.
Slide 11 - Open question
Antwoord
Q=E=192000 J
c= 4,18 J/g*C
deltat=100-20=80 graden Celsius
m= ? g
Q=c*m*deltat => m=Q/(c*deltat)
m=192000/(4,18*80)=574 gram
dus de waterkoker verwarmt 5,7*10^2 gram of 5,7*10^2 ml