bombardement rotterdam

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 8

Bombardement Rotterdam

Wat weet jij over het
bombardement op Rotterdam?

Lesdoel

Aan het einde van deze les kun je vertellen: 

• Wanneer viel Duitsland Nederland binnen?
• Hoe is het bombardement aangekondigd?
• Wanneer en waar was het bombardement?
• Wat gebeurde er tijdens het bombardement?
• Wat was het gevolg van het bombardement?

Oorlog Nederland

• Nederland wilde neutraal blijven net als in WOI
• Duitsland viel op 10 mei 1940 Nederland binnen
• Ze verwachten een snelle overwinning
• Koningin vlucht naar Engeland
• Op 14 mei 1940 bombardeert Duitsland Rotterdam
• Nederland caputuleert 

Nederland wilde neutraal blijven tijdens de 2e wereldoorlog. Maar Duitsland viel op 10 mei 1940 Nederland binnen. Duitsland was Nederland dus al binnen gevallen voordat het bombardement plaatsvond. Duitsland verwacht een snelle overwinning, ze willen de regering en koningin gijzelen. Maar koningin Wilhelmina vlucht naar Engeland om vanuit daar het land te regeren. Op 14 mei wordt 1940 wordt Rotterdam plat gebombardeerd door Duitsland en Nederland moet zich uiteindelijk overgeven.

https://www.brandgrens.nl/bombardement-en-brandgrens

Het vond plaats op 14 mei 1940. Op 16 mei (2 dagen later) zijn de branden pas geblust.

Tussen 10 en 14 mei vonden er 20 luchtaanvallen plaats in Rotterdam, dit werd gedaan door de Luftwaffe, Militaire Luchtvaart en Royal Air Force

De afgeworpen lading verwoest meer dan 30.000 woningen. En er zijn tussen de 800 tot 900 mensen zijn overleden. 

Aanloop bombardement

• Nederland krijgt op 14 Mei in de ochtend  een brief in gebrekkig Nederlands met een ultimatum 

Opdracht! Probeer het ultimatum in 'gewoon' Nederlands te zetten.

Bombardement

Op 14 Mei tussen 13.27 en 13.40 was het Bombardement.

In een bommenregen van 13 minuten werd het centrum van Rotterdam verwoest. 

Het gevolg? De stad stond in brand en lag vol met puin. 

30.000 huizen en panden verwoest en  tussen de 800 en 900 mensen overleden.  

Hoe vinden jullie het om dit te zien?

1. Schokkend
2. Angstig
3. Ik wist dit al
4. Niet heel erg

Spelletje tussendoor

Regels:

- Het bovenste woord moet je omschrijven

- De woorden eronder mag je niet gebruiken

- Omschrijf zoveel mogelijk woorden in 30 seconds

De brandgrens

Weet iemand wat de brandgrens is?

Tip!

Het bombardement en Rotterdam 

heeft hier mee te maken.

Om 3:55 in de nacht vallen de Duitse troepen Nederland aan, en wordt de Nederlandse neutraliteit geschonden.

Om Nederland tot overgave te dwingen wordt Rotterdam gebombardeerd. Tussen 13:27 en 13:40 vallen 97.000 kilo bommen op de oude binnenstad.

14 mei 1940

10 mei 1940

Nederland capituleert.

Waarom zou Nederland zich uiteindelijk overgeven?

Capitulatie

Nadat Duitsland dreigt nog meer steden te bombarderen, geeft het Nederlandse leger zich over.

Vanaf 15 Mei 1940 is Nederland officieel bezet door Duitsland

Hoe is het bombardement aangekondigd?

1. Via een mailtje
2. Iemand kwam het vertellen
3. Een ultimatum in een brief
4. Er werd niks aangekondigd

Wanneer en waar was het bombardement?

1. 10 Mei 1940, Rotterdam
2. 14 Mei 1940, Zeeland
3. 10 Mei 1940, Utrecht
4. 14 Mei 1940, Rotterdam

Wat gebeurde er tijdens het bombardement?

1. Iemand werd door de duitsers neergeschoten
2. Huizen werden verwoest
3. Nederland gaf zich over
4. Bommenregen

Wat was het gevolg van het bombardement?

1. Stad in puin
2. Nederland geeft zich over
3. Duitsland stopt wo2
4. Nederland blijft neutraal

Welke vliegtuigen vielen Rotterdam aan?

1. Militaire luchtvaart
2. Royal Air Force
3. Luftwaffe
4. KLM

Lesdoel

Aan het einde van deze les kun je vertellen: 

Wanneer viel Duitsland Nederland binnen?

Hoe is het bombardement aangekondigd?

Wanneer en waar was het bombardement?

Wat gebeurde er tijdens het bombardement?

Wat was het gevolg van het bombardement?

1. Wat is er gebeurd in 1940 in Rotterdam? (12)

2. Wie viel Rotterdam binnen? (8)

3.Hoe noem je het als een leger een gebied binnendringt? (5)

4. Noem de 3 soorten vliegtuigen die hebben geholpen bij het bombardement. (9, 19, 13)

5. In welke maand vond het bombardement plaats? (3)

6. In welke stad vond het bombardement plaats? (9)

7. Hoe noem je de mensen die gewond zijn geraakt? (12)

8. Waar zorgde het bombardement voor? (13)