1 vmbo-bk 2.7 Planten: werken met een microscoop

2.7 Werken met een microscoop
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.7 Werken met een microscoop

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen
herhaling vorige lessen: korte quiz
nieuwe theorie: 2.7 Werken met een microscoop
zelf aan de slag

Slide 2 - Slide

Nee
Ja
1. Zit er in de zaadlobben reservevoedsel?
Tekst

Slide 3 - Drag question

Nee
Ja
2. Zitten er wortelharen aan het uiteinde van de wortel?
Tekst

Slide 4 - Drag question

Nee
Ja
3. Is de functie van een stengel het dragen van de bladeren en bloemen?
Tekst

Slide 5 - Drag question

Nee
Ja
4. Slaan veel planten hun reservevoedsel op in de stengel?
Tekst

Slide 6 - Drag question

Nee
Ja
6. Komt als eerste het stengeltje naar buiten bij het ontkiemen?
Tekst

Slide 7 - Drag question

Nee
Ja
7. Neemt het zaad bij de kieming water op?
Tekst

Slide 8 - Drag question

Nee
Ja
9. Gaat de wortel van de paardenbloem in de winter dood?
Tekst

Slide 9 - Drag question


Een leraar vraagt twee leerlingen een functie van de wortels van een plant te noemen.
Amber zegt dat de wortels water en voedingsstoffen opnemen.
Anouk zegt dat de wortels reservevoedsel opslaan.

Wie geeft of geven een juist antwoord?
A
Alleen Amber
B
Alleen Anouk
C
Amber en Anouk allebei

Slide 10 - Quiz


Welke stof wordt vervoerd door de vaatbundels van de wortels naar de bladeren?
A
Koolstofdioxide
B
Water
C
Zuurstof

Slide 11 - Quiz


21. Als je deze prei eet, welke delen van een plant eet je dan?
A
Bladeren
B
Stengels
C
Wortels

Slide 12 - Quiz


Wat is een wortelstelsel?
A
Alle wortels in de grond
B
Alle wortels van een plant
C
Alle zijwortels van een plant

Slide 13 - Quiz


De levenscyclus van een plant bestaat uit drie fasen. Welke fasen zijn dat?
A
Kieming, kiemplant en volwassen plant.
B
Kweken, groeien en oogsten.
C
Zaad, kieming en vrucht.

Slide 14 - Quiz


Is in dit blad een hoofdnerf te zien? En zijnerven?
A
Alleen een hoofdnerf
B
Alleen zijnerven
C
Een hoofdnerf en zijnerven

Slide 15 - Quiz


Welk gedeelte van de paardenbloem slaat vaak reservevoedsel op?
A
De bloem
B
De wortel
C
De zaden

Slide 16 - Quiz

nieuw: 2.7 Werken met een microscoop
Een microscoop is een apparaat waarmee je iets sterk kan vergroten. Met een microscoop kan je dingen zien die je met het blote oog niet kan zien.
Bijvoorbeeld cellen van planten en dieren.

Voordat je met een microscoop kan werken, is het belangrijk dat je de onderdelen van een microscoop kan benoemen.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

2.7 Werken met een microscoop
Op de tafel leg je het preparaat dat je wil bekijken.
Een preparaat bestaat uit een dik en dun glaasje met ertussen iets wat je wilt bekijken.

voorwerpglas: het dikke glaasje
dekglaasje: het dunne glaasje

Slide 19 - Slide

een preparaat

Slide 20 - Slide

2.7 Werken met een microscoop
Microscopen vergroten het beeld van een voorwerp.
Het oculair en de objectieven zorgen samen voor deze vergroting.

Op het oculair en op de objectieven staan wat de vergroting is. Samen geven ze de vergroting.


Slide 21 - Slide

2.7 Werken met een microscoop
Hoe bereken je de vergroting?

totale vergroting = vergroting oculair x vergroting objectief

(bv 10 x 4 = 40)

Slide 22 - Slide

2.7 Werken met een microscoop
Een microscoop is een duur apparaat. Zorg ervoor dat je hier voorzichtig mee omgaat!

Als je een microscoop vastpakt, houd hem dan met je ene hand vast aan het statief en ondersteun hem met de andere hand aan de onderkant.

Slide 23 - Slide

De rest van de basisstof behandel ik als we gaan werken met de microscoop. Dit hoef je dus niet te kennen voor de toets!!

De toets staat al in Somtoday.

Slide 24 - Slide

VRAGEN??

Slide 25 - Slide

zelf aan de slag
2.7 Werken met een microscoop: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 31 en 32 maken

Klaar? Dan mag je een preparaat onder de microscoop gaan bekijken.

Slide 26 - Slide