Herhaling jaar 1

Wat is een tegenstelling van 'aanbrengen'?
Ik heb een nieuwe laag verf op de muur aangebracht.
1 / 16
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat is een tegenstelling van 'aanbrengen'?
Ik heb een nieuwe laag verf op de muur aangebracht.

Slide 1 - Open question

Herhaling jaar 1

Slide 2 - Slide

Even oefenen. Wat is een synoniem voor 'angstig'?

Slide 3 - Open question

Wat is een synoniem voor 'voorjaar'?

Slide 4 - Open question

Wat is een 'tegenstelling'?

Slide 5 - Open question

Bedenk zelf nog een tegenstelling.
Noteer het zo: gul-gierig

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Even oefenen. Wat is een tegenstelling van 'prettig'?

Slide 8 - Open question

Wat is het onderwerp van een tekst?
A
de titel
B
de samenvatting
C
waar het over gaat
D
je hobby

Slide 9 - Quiz

Het onderwerp van een tekst vinden
Bekijk de tekst:

  • Kijk naar de titel.
  • Kijk naar de afbeeldingen bij de tekst.
  • Kijk naar de titels die boven tekstgedeeltes taan. Die titels noem je tussenkopjes.
  • Kijk of er woorden zijn die anders gedrukt zijn, bijvoorbeeld vet, schuin, groot of gekleurd.
  • Lees het eerste stukje (de eerste alinea) van de tekst. Vaak is dat vetgedrukt.

Geef daarna antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

Slide 10 - Slide

Wat is hier het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
instrueren

Slide 11 - Quiz

Wat is hier het tekstdoel?
A
amuseren
B
activeren
C
instrueren
D
informeren

Slide 12 - Quiz

Aan de slag met de leerdoelen!
Meer dan Lezen - paragraaf 1 online
  • herhaling jaar 1

Onbekende woorden, onderwerp van een tekst, tekstdoelen, tekstsoorten.


Klaar? 
Af laten tekenen door Liesbeth.


Slide 13 - Slide

Binnen = beginnen

1. Lees in stilte de achterkant (flaptekst) van het boek op je tafel.

2. Pak je map en neem een papier en pen voor je.

3. Schrijf daarop antwoorden op de volgende vragen:
1. Wat is de titel van dit boek?
2. Door wie is dit boek geschreven?
3.  Wat denk jij waar dit boek over gaat?
4. Wie zijn de hoofdpersonen van dit verhaal?

Slide 14 - Slide

Uitleg: Wat betekent dat?
In elke tekst kom je ze tegen: moeilijke of onbekende woorden.
Wat doe je dan?

Lees de zin ervoor of erna (context) en zoek naar:
  • een synoniem
  • een omschrijving
  • een voorbeeld
  • een tegenstelling

Slide 15 - Slide

Tekstdoelen

Slide 16 - Slide