6.2 Voedselrelaties en kringlopen

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Deze les

Hw bespreken / terugblik

Leerdoelen

Basisstof 2 Voedselrelaties en kringlopen

Zelf aan de slag

van hoog naar laag

Orgaan

Organel

Biosfeer

Molecuul

Organisme

Ecosystemen: Levensgemeenschap en/of Biotoop​

Weefsel​

Biomen​

Populatie​

Organenstelsels​

Cel​

In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel kleiner. Hoe komt dat?

Een boer spuit gif om zijn land. Een paar weken later vindt hij een aantal dode roofvogels. Hoe komt dat?

Gif

Planten: gif in planten cellen

(niet gebruiken of kwijtraken)

In het voedselweb -->

Dieren: slaan gif op in vetweefsel

Accumulatie: Ophoping

6.2 Voedselrelaties en kringlopen

Begrippen bs 6.2

• fotosynthese
  
• producenten, consumenten, reducenten
• kringloop van stoffen
• kringloop van water
• kringloop van koolstofdioxide
• kringloop van stikstof
• wel / niet biologische afbreekbaar afval
• plastic soep

Leerdoelen

6.2.4 Je kunt de groepen organismen in de kringloop van stoffen beschrijven.

6.2.5 Je kunt de kringlopen van water, koolstof en stikstof beschrijven.

Producenten

Planten: Produceren voedsel voor de rest van de voedselketen

Altijd eerste schakel

Autotroof: kunnen zelf energie maken, uit energiearme stoffen

Consumenten

Dieren : Consumeren de stoffen die planten hebben gemaakt

Planteneters zijn de tweede schakel = Consumenten van de eerste orde

Heterotroof: moeten energierijke stoffen binnen krijgen. Kunnen ze niet zelf maken

Afvaleters

Eten de dode resten van planten en dieren

Afvaleters laten ook resten achter

Reducenten

Bacteriën en schimmels

Zetten stoffen uit de resten van dode organismen om in koolstofdioxide, mineralen en water

Kringlopen

Leerdoelen

Je kunt de kringlopen van water, koolstof en stikstof beschrijven

Kringloop van water

Koolstofkringloop

Stikstofkringloop

Plasticsoep

Kunststof verbrokkelt tot kleinere stukjes

Microplastic

Aan het werk

Thema 6 

Bs. 6.2  Voedselrelaties en kringlopen

Lezen en maken opdrachten 

(niet af? --> Huiswerk)

Een bepaald organisme is autotroof, wat betekend dat? En welke organismen zijn dat?

Waar moet een voedselweb/voedselketen altijd mee beginnen?

1. Consument
2. Producent
3. Reducent
4. Afvaleter

Waar horen bacteriën en schimmels bij?

1. Consument
2. Producent
3. Reducent
4. Afvaleter

Hoe kunnen microplastics zorgen voor de dood van zeehonden / vogels?