11_4_Litermaten

Als je een antwoord in liters wilt, dan moet je lengte, breedte en hoogte omrekenen naar ....
1 / 20
next
Slide 1: Open question
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Als je een antwoord in liters wilt, dan moet je lengte, breedte en hoogte omrekenen naar ....

Slide 1 - Open question

Als je een antwoord in milliliters wilt, dan moet je lengte, breedte en hoogte omrekenen naar ....

Slide 2 - Open question

In de vorige les heb je geleerd:

1 dm³ = 1 liter en 1 cm³ = 1 milliliter
Dan is 1 liter gelijk aan 1000 cm³ = 1000 mL.

Tussen liter en milliliter zitten nog twee litermaten
dL = 100 mL en cL = 10 mL
Dus:    L      dL       cL       mL


Slide 3 - Slide

Maak een spiekbrief met alle inhoudsmaten (niet in je schrift opzoeken).

Slide 4 - Slide

Je spiekbrief moet er zo uit zien.

Slide 5 - Slide

Bereken de inhoud in milliliters
en in liters

  • Alle maten staan in centimeters,
  • dus inhoud wordt cm³ = mL
  • Inhoud = 7 x 6,5 x 11 = 500,5 cm³
  • Dat is 500,5 mL.
  • In liters: 500,5 : 1000 = 0,5005 liter

Slide 6 - Slide

Lengte 4 m, 
breedte 3 m, 
hoogte 120 cm
Tot 4 cm onder de rand gevuld.

Bereken de inhoud 
in m³ en reken het antwoord om in liter.

Slide 7 - Slide

Lengte 4 m, 
breedte 3 m, 
hoogte 120 cm
  • Waterhoogte = 
  • 120 - 4 = 116 cm = 1,16 m.

  • Inhoud = 4 x 3 x 1,16 = 13,92 m³, dat is 
  • 13,92 x 1000 = 13920 liter

Slide 8 - Slide

Laat zien dat de inhoud van de krat 40500 mL is.

mL = cm³, dus lengte breedte en hoogte omrekenen naar cm.

Slide 9 - Slide

Lengte 0,5 m = 50 cm
breedte = 27 cm
hoogte = 3 dm = 30 cm

Inhoud = 50 x 27 x 30 = 
40500 cm³ = 40500 mL

Slide 10 - Slide

Hoeveel liter is 40500 mL?

Slide 11 - Open question

Een andere krant heeft dezelfde bodem, maar de krant is 2,5 dm hoog. 
Bereken hoeveel mL deze krat kleiner is.

Slide 12 - Slide

Lengte = 50 cm
breedte = 27 cm
hoogte = 25 cm

Inhoud = 50 x 27 x 25 = 
33750 cm³ = 33750 mL.

Dat is 40500 - 33750 = 10750 mL kleiner

Slide 13 - Slide

Bereken (gebruik je spiekbriefje).

12 L = .... mL
19 dL = .... mL
400 cL = .... L
3200 mL = .... dL
9000 cL = .... dm³

Slide 14 - Slide

Bereken (gebruik je spiekbriefje).

  • 12 L = 12000 mL
  • 19 dL = 1900 mL
  • 400 cL = 4 L
  • 3200 mL = 32 dL
  • 9000 cL = 90 dm³

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Van klein naar groot(gebruik de letters onder het plaatje)

melkpak  lepel                         glas      puinzak       regenton

Slide 18 - Slide

Van klein naar groot

Slide 19 - Open question

HUISWERK

Maken Hoofdstuk 11 opdrachten 21 tot en met 29
Maken Hoofdstuk 11 opdrachten 21, 22, 23, 24, 25, 26, 28, 29 en U7

Slide 20 - Slide