De opbouw is altijd het beschrijven van een beginsituatie (1), een actie/handeling die heeft plaatsgevonden (2), gevolgd door een gevolg/conclusie (3) met als laatste wat het je geleerd/opgeleverd heeft (4).
Anekdotisch ter illustratie: De prinses wil een prins; ze ziet een kikker (1); om het zoenen te oefenen kust ze de kikker (2); de kikker wordt een prins (3); ze trouwen (4).