Hoofdstuk 0 - Klok lezen

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Tijd 

Hoofdstuk 1

Doelen:

Je kent de eenheden voor tijd (uur, minuut en seconde)

Je kunt de tijd lezen op een analoge klok.

Je kunt de tijd lezen op een digitale klok.

Je weet hoe een 24-uurs klok werkt.

Je kent de begrippen: eeuw, jaar, schrikkeljaar, maand, week.

Hoe laat is het?

1. twaalf uur
2. vier uur

Hoe laat is het?

1. half twaalf
2. half zes

De klok lezen tot op een kwartier nauwkeurig.

Eerst even herhalen.

• Als de grote wijzer in het gele deel staat zeg je VOOR
  Dus kwart VOOR
• Als de grote wijzer in het rode deel staat zeg je OVER
  Dus kwart OVER

In volgend filmpje herhalen we nog even extra.

De klok lezen tot op een kwartier nauwkeurig.

Eerst even herhalen.

Hoe laat is het? Sleep naar juiste klok.

half 2

kwart voor 11

kwart over 12

kwart over 9

kwart voor 10

half 1

kwart voor 12

kwart voor 9

2. Digitale klok

Hoe zat het ook alweer?

Een digitale klok geeft met cijfers op een scherm

aan hoe laat het is. Dit tijdstip noemen we de

digitale tijd. 

Tijdstippen uit een 12-urenschaal omzetten in een 24-urenschaal.

Een uurtabel aflezen.

In deze tabel kan je de openingsuren van het zwembad aflezen. 

Hoe laat is het?

1. 10 voor 11
2. 5 over 10

Hoe laat is het?

1. 5 over 4
2. 5 over 2

De foto van deze klok is gemaakt
in de:

1. nacht
2. ochtend
3. middag
4. avond

De foto van deze klok is gemaakt
in de:

1. nacht
2. ochtend
3. middag
4. avond

Hoe laat gaat het zwembad open op maandagmiddag?

Wanneer gaat het zwembad open op maandagmiddag?

Hoe laat gaat het zwembad open op maandagmiddag?

Hoe laat sluit het zwembad op vrijdagavond?

Hoe laat gaat het zwembad open op maandagmiddag?

Op welke dag gaat het zwembad het vroegste open?

Hoe laat gaat het zwembad open op maandagmiddag?

Op welke dagen is het zwembad ook in de namiddag open?

Hoe laat is het?
5.45 uur

1. kwart voor 5
2. kwart voor 6

Hoe laat is het?
18.50 uur

1. 10 voor 6
2. 10 voor 7
3. 10 over 6
4. tien over 7

Jan gaat om 14.30 uur van huis weg. Hij komt om 16.10 uur op school aan.
Hoe lang heeft hij erover gedaan?

1. 40 minuten
2. 1 uur en 30 minuten
3. 1 uur en 35 minuten
4. 1 uur en 40 minuten

Hoe schrijf je vier uur 's middags?

1. 4:00
2. 16:00
3. 3:00
4. 15:00

Hoe schrijf je twee uur 's nachts?

1. 2:00
2. 14:00
3. 1:00
4. 13:00

Digitale klok
Hoe schrijf je half drie 's middags?

1. 14:00
2. 14:30
3. 2:00
4. 2:30

Hoe zeg je 7:00

1. zeven uur 's ochtends
2. zeven uur 's avonds

Hoe laat is het hier:
9:45

Zet in digitale tijd:
Kwart over 6 's avonds

Hoe goed ben jij in klokkijken?

wijzerklok = OK

cijferklok = OK

beide klokken = OK

beide klokken = nee,nee