8.3 Kringlopen en water (stikstof) 4V

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 8.3 Kringlopen en water
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 8.3 Kringlopen en water

Slide 1 - Slide

Kringloop van elementen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Snelle koolstofkringloop
< 2000 jaar
BINAS 93F

Slide 4 - Slide

Sink
Langzame koolstofkringloop
> 2000 jaar
Sink
Source
BINAS 93F

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Sommige planten hebben bij hun wortels knolletjes met stikstofbindende bacterie die N2 uit de lucht omzetten in ammonium NH4+
  • definitie monocultuur kennen
  • voor- en nadelen van monoculturen kunnen noemen

Slide 16 - Slide

Dit is nodig om te voorkomen dat er te veel voedingsstoffen in het water komen (eutrofiëring).
Ammonificerende en (de)nitrificerende bacteriën worden gebruikt in de rioolwaterzuivering. 

Slide 17 - Slide

Eutrofiëring

Slide 18 - Slide

heide
heide na eutrofiering

Slide 19 - Slide

Hoe kan 'N' verdwijnen uit eenvoudige stikstofkringloop?
A
planten nemen het op
B
vervluchtiging en denitrificatie
C
omzetting in nitriet en nitraat

Slide 20 - Quiz

Welke N-rijke stof zit er in urine van koeien?
A
ammoniak
B
nitriet
C
nitraat
D
ureum

Slide 21 - Quiz

Welke N-rijke stof zit er in koeienpoep?
A
ureum
B
nitraat
C
eiwit

Slide 22 - Quiz

Waarom groeien planten beter door bemesting met koeienmest?

Slide 23 - Open question

Gevolg eutrofiëring
Oorzaak eutrofiëring

Slide 24 - Drag question

Koolstofkringloop

Slide 25 - Slide

Wat is de kleinst mogelijke koolstofkringloop?

Slide 26 - Open question

Welke rol spelen de reducenten in de koolstofkringloop?

Slide 27 - Open question