Ik kan zinnen maken met een persoonlijk voornaamwoord en een vorm van het werkwoord 'sein'.
Slide 3 - Slide
das Alphabet
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
Slide 4 - Slide
das Alphabet
Slide 5 - Slide
Üben
Slide 6 - Slide
Sprachmittel, blz. 26
Slide 7 - Slide
Sprechen: Aufgabe 20
- Je werkt samen met je buurman.
- Eén stelt de vragen, de ander antwoordt met hele zinnen (gebruik de Sprachmittel!)
- Wissel daarna van rol en voer het gesprek nog een keer.
Klaar? Ga verder met opdracht 22. Je kiest allebei een rol uit de tabel en voert een gesprek. Wissel een paar keer van rol.
Viel Erfolg!
Slide 8 - Slide
Lesen
Je krijgt een blad met leesteksten en 4 opdrachten.
Je maakt de opdrachten alleen en in stilte.
Klaar? Lever het blad in en leer/herhaal de woorden van de Lernliste.
Slide 9 - Slide
Lesen - Aufgabe 1
Ich heiße Alex. Ich bin zwölf Jahre alt und ich wohne in Berlin. Das ist die Hauptstadt von Deutschland! Ich habe einen Bruder. Er heißt Max und er ist vierzehn Jahre alt.
Slide 10 - Slide
Lesen - Aufgabe 2
Ich heiße Tim. Ich bin zehn Jahre alt und ich wohne in Bern. Das ist die Hauptstadt der Schweiz. Ich habe eine Schwester. Sie heißt Barbara und sie ist fünf Jahre alt. Ich habe auch einen Bruder. Er heißt Finn und er ist neun Jahre alt.
Slide 11 - Slide
Lesen - Aufgabe 4
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
'sein' en getallen 0-20
Je krijgt een blad met opdrachten over het werkwoord 'sein' en de getallen.
Je maakt de opdrachten alleen en in stilte.
Klaar? Controleer je antwoorden met het antwoordenblad van de docent!