Herhalingsweek

Herhalingsweek
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhalingsweek

Slide 1 - Slide

Bonjour tout le monde!
  • Jassen uit
  • telefoon in je TAS
  • Inloggen in LessonUp
  • Als de timer is afgelopen begint de les.
timer
3:00

Slide 2 - Slide

leerdoel

Ik weet wat ik op de toets kan verwachten.
Ik weet hoe ik mij op de toets moet voorbereiden.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

RTTI

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

RTTI

Slide 8 - Slide

Reproductie

Slide 9 - Slide

Reproductie PTO 4

Slide 10 - Mind map

Reproductie

vocabulaire F-N / N-F
phrases clés N-F
ontkenningen
grammaticale regels
vraagwoorden

Slide 11 - Slide

Toepassen 1

Zet de (Franse) woorden in de juiste zin.
Maak de zin ontkennend met ne...jamais.
Zet het vraagwoord in de juiste zin.
Welke vraag en antwoord horen bij elkaar.


Slide 12 - Slide

Toepassen 2
Vertaal de woorden en zet ze in de juiste zin.
Welk vraagwoord past in de zin?
Maak de zin ontkennend (nooit)
Geef antwoord op de vraag
Je hebt hoofdpijn en koorts. Hoe zeg je dat in het Frans?
Lees de tekst en beantwoord de vragen in het Nederlands (MC of waar / niet waar)

Slide 13 - Slide

Inzicht
Lees de tekst en beantwoord de vragen in het Nederlands (open vraag)
Vertaal de zin (N-F)
Leg het gebruik van de ontkenning uit en gebruik daarbij een voorbeeld.
Welke zin is fout? Leg uit waarom.
Welk woord hoort niet n het rijtje? Leg uit.

Slide 14 - Slide

Vertaal: de buik
A
R
B
T1
C
T2
D
I

Slide 15 - Quiz

Zet het werkwoord in de juiste vorm.
Je (avoir) une petite soeur.
A
R
B
T1
C
T2
D
I

Slide 16 - Quiz

Vertaal het werkwoord en zet het in de juiste vorm.
Hier, nous (eten, p.c.) chez MacDo.
A
R
B
T1
C
T2
D
I

Slide 17 - Quiz

Ontkenning: Nous avons ne pas été en vacances cette année. Is deze zin correct? Leg uit.
A
R
B
T1
C
T2
D
I

Slide 18 - Quiz

Welk woord hoort er niet tussen? Leg uit: la main - le bras - le genou
A
R
B
T1
C
T2
D
I

Slide 19 - Quiz

Vertaal het vraagwoord: (Hoeveel) coûte ce pantalon bleu?
A
R
B
T1
C
T2
D
I

Slide 20 - Quiz

Vul het ontbrekende vraagwoord in: .......... est-ce que tu habites?
A
R
B
T1
C
T2
D
I

Slide 21 - Quiz

Kies het juiste vraagwoord:
quand / où / pourquoi elles vont au cinéma?
A
R
B
T1
C
T2
D
I

Slide 22 - Quiz

Kies het juiste vraagwoord:
quand / où / pourquoi elles vont au cinéma?
A
R
B
T1
C
T2
D
I

Slide 23 - Quiz

Ik weet nu wat ik op de toets kan verwachten.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Ik weet nu beter hoe ik mij kan voorbereiden op de toets.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Slide 26 - Slide