H10 samenvatting

Je verandert
Opgroeien
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Je verandert
Opgroeien

Slide 1 - Slide

Welke levensfasen zijn er?
  • Lichamelijke ontwikkeling --> je lichaam verandert
  • Geestelijke ontwikkeling --> je verstand verandert

Slide 2 - Slide

Waardoor verander je?

Slide 3 - Slide

Hoe groei je?
  • Baby --> voedingsstoffen zorgen voor de groei
  • Na zuigelingenperiode --> groeihormoon

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Sleep naar de juiste ontwikkeling. (3 punten)
Geestelijke ontwikkeling
Lichamelijke ontwikkeling
Je armen worden langer
Je kunt voor jezelf zorgen
Je kunt dingen vastpakken
Je leert praten
Je krijgt seksuele gevoelens
Je spieren worden sterker

Slide 6 - Drag question

Zet de zinnen in de juiste volgorde. (2 punten)
1
2
3
4
5
Het hormoon komt langs alle organen
Het hormoon komt in het bloed.
De hypofyse maakt een hormoon.
Cellen van het doelwitorgaan reageren op het hormoon.
De botcellen 'snappen' de boodschap van het groeihormoon, doordat het past in de receptoren op het celmembraan.

Slide 7 - Drag question

Sleep de omschrijving naar het juiste woord. (2 punten)
Hormonen
Hormoonklieren
Hypofyse
Bloed
Vervoert hormonen
Organen die hormonen maken
Stoffen die berichten doorgeven aan organen
Een belangrijke hormoonklier

Slide 8 - Drag question

Zet de zinnen in de juiste volgorde. (2 punten)
1
2
3
4
Het groeihormoon komt in het bloed.
Het groeihormoon komt in het bot.
De hypofyse maakt het groeihormoon.
De cellen in je botten reageren op het groeihormoon en gaan delen.

Slide 9 - Drag question

Waarin verschillen meisjes van jongens?
Geslachtskenmerken --> de lichamelijke kenmerken waaraan je het verschil tussen meisjes en jongens kunt zien.
Primaire geslachtskenmerken zijn al vanaf 
de geboorte aanwezig.

Slide 10 - Slide

Wat verandert er in de puberteit?
Secundaire geslachtskenmerken -->
de lichamelijke verschillen die in de 
puberteit ontstaan.

Tertiaire geslachtskenmerken --> 
verschillen in kleding, denken en gedrag.

Slide 11 - Slide

Hoe verandert je huid?

Slide 12 - Slide

Wanneer ben je transgender?
Genderdysforie of gender-identieitsstoornis of transgender --> het geslacht is niet gelijk aan het gevoel
       Vrouw die zich man voelt of man die zich vrouw voelt.

Transseksueel --> transgenders die hun geslacht laten veranderen
     Vrouw wordt man of man wordt vrouw.

Slide 13 - Slide

Door welke hormonen verander je in de puberteit?
Geslachtshormonen, gemaakt door de geslachtsorganen onder invloed van hormonen uit de hypofyse.
Jongens --> testosteron
Meisjes --> oestrogeen

Slide 14 - Slide

Welke geslachtskenmerken zie je aan de buitenkant bij een meisje?

Slide 15 - Open question

Welke geslachtskenmerken zie je aan de buitenkant bij een jongen?

Slide 16 - Open question

Bij wie horen de lichamelijke veranderingen, sommige horen bij beide.
Meisje
Jongen
Beide
Schaamhaar
meer zweetgeur
schouders worden breder
ongesteldheid
zaadlozingen
okselhaar
meer vet onder de huid

Slide 17 - Drag question

Zoek de omschrijving bij elk woord.
Porie
Mee-eter
Acne
Talg
Vettige stof
Kleine openingen in je huid
Ander woord voor jeugdpuistjes
Zwart puntje in een verstopte porie

Slide 18 - Drag question

Welke relaties zijn er?

Slide 19 - Slide

Waar vallen mensen op?

Slide 20 - Slide

Wat is met elkaar naar bed gaan?
Vrijen waarbij de stijve penis van de jongen 
in de vagina van het meisje wordt geschoven.

Klaarkomen/orgasme --> hierbij wordt de 
eikel of clitoris zo gestimuleerd dat er een 
hoogtepunt wordt bereikt.

Slide 21 - Slide

Er bestaat maar één soort relatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Monica was vorig jaar verliefd op Tom, nu is ze verliefd op Irene.
Wat is Monica waarschijnlijk?
A
Homoseksueel
B
Heteroseksueel
C
Biseksueel

Slide 23 - Quiz

Een jongen wil een meisje laten laten klaarkomen. Waarover moet hij dan wrijven?
A
Over de clitoris
B
Over de eikel
C
Over de vagina
D
Over de schaamlippen.

Slide 24 - Quiz

Wat zijn soa's?
  • Seksueel overdraagbare aandoening
  • Geslachtsziekte

Slide 25 - Slide

Wat is aids?
Veroorzaakt door het hiv
Als je besmet bent maar nog niet ziek, ben je seropositief

Slide 26 - Slide

Hoe kun je besmet raken met een soa?
  • Via geslachtsgemeenschap
  • Via bloed
  • Van moeder op kind

Slide 27 - Slide

Wat moet je doen als je een soa hebt?
Ga naar de:
huisarts
GGD

Vaak klachten als: afscheiding uit penis of vagina, jeuk of branderig gevoel bij het plassen.

Slide 28 - Slide

Hoe voorkom je een soa?
Veilig vrijen
Condoom gebruiken


Slide 29 - Slide

Waarvoor staat de afkorting soa?

Slide 30 - Open question

Hoe kun je besmet raken met een soa?

Slide 31 - Open question

Wat moet je gebruiken om te voorkomen dat je een soa krijgt?

Slide 32 - Open question

Waar kun je je laten testen op soa's?

Slide 33 - Open question

Hoe ontwikkelen je hersenen zich?

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Welke veranderingen zijn er na je kindertijd?
Frontaal kwab:
  • Steeds beter informatie onthouden en verwerken.
  • Steeds beter bewust van de gedrag van je gedrag.

Limbisch systeem nog extra gevoelig, emoties en beloningen.

Slide 36 - Slide

Hoe noemen we een deel van de hersenschors waarvan bekent is welke taak het heeft?

Slide 37 - Open question

Wat gebeurt er in het gebied van Wernicke?

Slide 38 - Open question

Hoe heet het gebied dat reageert op emoties en beloningen?

Slide 39 - Open question

Huiswerk
Maken SO H11. Staat klaar in LessonUp.

Slide 40 - Slide