What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H6 Taalverzorging - meervouden en werkwoordspelling
Wat is de planning?
Vandaag 5-6: Uitleg taalverzorging H6
Oefenen
Boy 7 met opdrachtenboekje
Vrijdag 9-6:
Afmaken H6
Boy 7 met opdrachtenboekje
Maandag 12-6:
Oefenen voor tentamen
Film afkijken en opdrachten nakijken
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat is de planning?
Vandaag 5-6: Uitleg taalverzorging H6
Oefenen
Boy 7 met opdrachtenboekje
Vrijdag 9-6:
Afmaken H6
Boy 7 met opdrachtenboekje
Maandag 12-6:
Oefenen voor tentamen
Film afkijken en opdrachten nakijken
Slide 1 - Slide
Doelen
Aan het einde van deze lessenserie
- kun je persoonsvormen in de tt en vt juist spellen
- kun je het voltooid deelwoord juist spellen
- kun je een bijvoeglijk naamwoord maken van een
voltooid deelwoord
Slide 2 - Slide
Tegenwoordige tijd enkelvoud
Als de persoonsvorm (pv) in de tegenwoordige tijd staat, zijn er 3 mogelijkheden:
1. ik-vorm
2. ik-vorm + t
3. Hele werkwoord (bij meervoud)
Slide 3 - Slide
Voorbeelden
Slide 4 - Slide
Vul de goede werkwoordsvormen in:
1. (houden) ... je broer van detectives of (herkennen) ... hij zich niet in politieagenten?
2. Ik (vinden) ... het plezierig als u de agenda een week voor de vergadering (versturen) ...
3. Mijn wang (bloeden) ... altijd als ik mij (snijden) ... tijdens het scheren.
4. Je (geloven) ... toch niet dat iedereen zo'n spellingsboek (bestellen) ...?
Slide 5 - Slide
Antwoorden
1.
Houdt
je broer van detectives of
herkent
hij zich niet in politieagenten?
2. Ik
vind
het plezierig als u de agenda een week voor de vergadering
verstuurt.
3. Mijn wang
bloedt
altijd als ik mij
snijd
tijdens het scheren.
4. Je
gelooft
toch niet dat iedereen zo'n spellingsboek
bestelt?
Slide 6 - Slide
Werkwoorden in de vt
/
/
Slide 7 - Slide
Dus:
Zit de laatste letter van het hele werkwoord -en WEL in
't kofschip
? schrijf dan of te / ten fiet
s
en fietste
Zit de laatste letter van het hele werkwoord -en NIET in
't kofschip
? schrijf dan de / den be
l
len belde
Slide 8 - Slide
Even oefenen
1. De politie (verrichten) ... wekenlang onderzoek naar de inbraken.
2. Toen ik mijn toets Frans (maken) ... (duimen) ... Janita voor mij.
3. We (durven) ... niet te kijken toen de geheime politie op de deur (bonken) ...
4. Terwijl ik (tobben) ... over mijn cijfers, (krassen) ... Sandra haar naam in het tafelblad.
Slide 9 - Slide
Antwoorden
1. De politie
verrichtte
wekenlang onderzoek naar de inbraken.
2. Toen ik mijn toets Frans
maakte,
duimde
Janita voor mij.
3. We
durfden
niet te kijken toen de geheime politie op de deur
bonkte.
4. Terwijl ik
tobde
over mijn cijfers,
kraste
Sandra haar naam in het tafelblad.
Slide 10 - Slide
Voltooid deelwoord
/
/
Slide 11 - Slide
Even oefenen
1. De jongens zijn gisteren (verhuizen).
2. We hebben vanmorgen een potje (voetballen).
3. Heb je dat hele stuk (fietsen)?
4. Ik heb zijn verhaal nooit (geloven).
5. Heb je lekker (chillen)?
Slide 12 - Slide
Antwoorden
1. verhuisd
2. gevoetbald
3. gefietst
4. geloofd
5. gechild
Slide 13 - Slide
Werkwoord als bijv.nw.
Sommige woorden zijn afgeleid van een werkwoord.
Ik ben altijd de
gebeten
hond. (van een vdw)
De
bijtende
hond werd gevangen door zijn baas. (van een odw)
Schrijfwijze: altijd zo kort en eenvoudig mogelijk.
Slide 14 - Slide
Werkwoord als bijv.nw.
Voltooid deelwoord op -en? --> bnw ook op -en
De deur is gesloten. --> De gesloten deur.
Voltooid deelwoord op -d of -t? --> bnw maken door +e en zo kort mogelijk.
Slide 15 - Slide
Het ... (verbreden) fietspad is mooi aangelegd.
Slide 16 - Open question
De ... (verbazen) man zat achter in de klas te kijken naar de geweldige docent.
Slide 17 - Open question
De ... (blaffen) hond trok aan de lijn.
Slide 18 - Open question
Ik (waxen) mijn benen gisteravond.
Slide 19 - Open question
De buren hebben hun eigen truien (breien)
Slide 20 - Open question
De (vergroten) foto hangt aan de muur.
Slide 21 - Open question
Meervoud les
Aan het einde van de les:
Kun je het meervoud van zelfstandige naamwoorden vormen;
Weet je wanneer je een -n achter woorden als 'alle, beide en sommige' schrijft.
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
Meervoud -s of -'s
A
dictees
B
dictee's
Slide 24 - Quiz
meervoud:
wolf
A
wolven
B
wolfen
C
wolffen
D
wolfs
Slide 25 - Quiz
Wat is het meervoud van rotzooi?
A
rotzoois
B
rotzooien
C
rotzooiën
D
er is geen meervoud
Slide 26 - Quiz
meervouden
Wat is het meervoud van teechnologie?
A
technologies
B
technologieën
C
technologiën
D
technologieeën
Slide 27 - Quiz
Meervoud: wat is het meervoud van piano?
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's
Slide 28 - Quiz
meervouden
Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën
Slide 29 - Quiz
NU
H6 Werkwoordspelling:
1, 2, 3, 3, 4, 4, 5, 5, 6, 10
H6 Meervoud op -en, -s, -ën:
1, 1, 2, 2, 4, 5, 8
Slide 30 - Slide
More lessons like this
Werkwoordspelling
September 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1-4
Werkwoordspelling
August 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1-4
Werkwoordspelling
September 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1-4
Werkwoordspelling
February 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1-4
Werkwoordspelling
October 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1-4
Werkwoordspelling lj 1 1e les taal
September 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1-4
Werkwoordspelling
September 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1-4
Werkwoordspelling
August 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3