7/8. SABOR - eten beoordelen

                          telefoon 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

                          telefoon 

Slide 1 - Slide

bereid je voor:
1. el chicle, la gorra, los auriculares, la mesa y la silla
2. heb je schrift (libreta) klaar
3. heb je laptop klaar, neem een laptop van receptie als je een laptop nodig hebt.
4. OBSERVATIE: herhaald afwijzende gedrag = AN Magister
aan het einde van deze les gaan wij feedback geven

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Eten beoordelen

Slide 3 - Slide

HOY

1. tot nu:  bestellen: overzicht
2. het eten beoordelen: geef je mening
3. opdracht escucha:  scenario's
4. Quizlet: bestellen+smaak
5. EXIT TICKET: beoordel het eten

Slide 4 - Slide

formeel:
heel beleef, met "querer": 
¿qué quiere? = U vorm

heel beleef, met "desear": 
¿qué desea?
heeft u een wens



                informeel: 
¿qué quieres?
¿qué quieres de primero/segundo/postre/
bebida?
wat wil je? wat wil je als voorgerecht...
¿qué te pongo?
wat kan ik je zetten? 



Slide 5 - Slide

                formeel:
me gustaría - quisiera un/una ... por favor
querría
Ik wou 
heel beleef, met kunnen: 
Me puede(s) poner/dar un/una
Mag ik een ... hebben

Me podría poner/dar un/una...
Mag ik een ... kunnen hebben?

              informeel
quiero un/una ... por favor
Ik wil


me gustaría
quisiera un/una... por favor
querría
Ik wou 
dar = geven - poner = hebben



Slide 6 - Slide

HOY
1. tot nu: bestellen: overzicht
2. het eten beoordelen: geef je mening
3. opdracht escucha: scenario's
4. Quizlet: bestellen+smaak
5. EXIT TICKET: beoordel het eten

Slide 7 - Slide

Werkwoord
La comida ___________

Slide 8 - Slide

werkwoorden: sabe(n) - está(n): 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

HOY

1. tot nu: bestellen: overzicht
2. het eten beoordelen: geef je mening
3. opdracht escucha: scenario's
4. Quizlet: bestellen+smaak
5. EXIT TICKET: beoordel het eten

Slide 11 - Slide

Je eet in een restaurant en je wilt complimenten geven aan de chef, wat zou je zeggen?

Slide 12 - Slide

Wat complimenten je over het eten zeggen? 
Regel nr 1:  wij gebruiken idr het werkwoord "estar"

                  Cumplidos                       Complimenten
ascendientes                                 oplopend






la comida está (muy) buena
het eten is (heel) goed
la comida está (muy) rica
het eten smaakt (erg) lekker
la comida está excelente
het eten is uitstekkend
la comida está deliciosa
het eten is heerlijk!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

verleden vorm van "estar":
A
era
B
está
C
estaba
D
estará

Slide 15 - Quiz

PROBLEMAS:
wat kan met je eten gebeuren?
(mag in het Nederlands)

Slide 16 - Mind map

Als er iets fout gaat...
Regel nr 1:  wij gebruiken idr het werkwoord "estar"

                  Problemas                       Problemen
                                 veel voorkomend                                






la comida está fría
het eten is (heel) koud
la comida no está cocinada
het eten is niet gaar
la comida está (demasiado) sosa
het eten is (te) flauw
la comida está mala/malísima
het eten is (heel) slecht

Slide 17 - Slide

6

Slide 18 - Video

Tegengestelde van sosa?
A
floja
B
sabrosa
C
salado
D
fría

Slide 19 - Quiz

HOY

1. tot nu: bestellen: overzicht
2. het eten beoordelen: geef je mening
3. opdracht escucha: scenario's
4. Mondeling: bestellen+smaak
5. EXIT TICKET: beoordel het eten

Slide 20 - Slide

03:14
El pollo no está cocinado, wat is een ander woord daarvoor?
A
limpio
B
fuerte
C
crudo
D
duro

Slide 22 - Quiz

03:55
zeker was de ober geen Italiaan. Hoe was de pasta?
A
dura
B
blanda
C
seca
D
floja

Slide 23 - Quiz

04:22
wat is haar probleem, je hoort "no puedo beber..." wat bedoelt ze?
A
zij houdt niet van warm bier
B
zij kan geen warm bier drinken
C
zij wil geen warm bier drinken
D
koud bier is niet gezond

Slide 24 - Quiz

04:26
welke oplossing biedt de ober?
A
hij geeft het geld terug
B
hij brengt een nieuwe bier
C
hij biedt excuses
D
hij zegt dat hij nieuw is

Slide 25 - Quiz

04:52
hoe drinkt ze haar coffee graag?
A
con leche
B
con caldo
C
fuerte
D
flojo

Slide 26 - Quiz

05:25
¿Cómo está la sopa? (volledige zin in het Spaans: "de soep is..."

Slide 27 - Open question