Intertekstualiteit - Les 2

Intertekstualiteit les 2
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Intertekstualiteit les 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les
- lesdoel
- terugblik
- uitleg
- voorbeeld
- aan de slag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun je uitleggen waar je intertekstualiteit kunt tegenkomen.

Aan het einde van deze les kun je de kenmerken van een sprookje benoemen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is plagiaat?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Wat is intertekstualiteit?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

In welke soort tekst komt over het algemeen geen intertekstualiteit voor?
A
Liedjes
B
Nieuwsartikelen
C
Leesboeken
D
Films

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn kenmerken van
een sprookje?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Sprookjes 
- Een sprookje is in oorsprong een mondeling overgeleverd eeuwenoud volksverhaal waarin vaak magie een rol speelt en een beroep wordt gedaan op de fantasie van de lezer of luisteraar. 
- Het begint vaak met de stereotype openingsformule "Er was eens..."
- Het speelt zich af op een onbepaalde plaats in een onbepaald verleden, wat ook een bepaalde sfeer oplevert.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Gebroeders Grimm








- 19e eeuw, Duitse taalkundigen 
- Verzameling van oude verhalen (sprookjes)
- Eén tekst gemaakt 
- Sneeuwwitje, Assepoester, Roodkapje

Hans Christian Andersen 








- 19e eeuw
- Verzamelaar oude verhalen (sprookjes) 
- Prinses op de erwt, Het lelijke jonge eentje, Meisje met de zwavelstokjes 



Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Intertekstualiteit 
- Er zijn ook moderne sprookjes
Dit zijn sprookjes die aangepast zijn aan de maatschappij
en de tijdsbeleving van deze tijd. In zo'n modern sprookje
is sprake van intertekstualiteit.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

De film West Side story verwijst naar het verhaal van Romeo en Juliet van Shakespeare.

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Aan de slag 
Je gaat nu zelf een sprookje modern maken.
Stap 1: kies een sprookje die je wilt aanpassen.
Stap 2: bedenk welke onderwerpen in het verhaal erg ouderwets zijn (bijvoorbeeld een koets).
Stap 3: Denk na over spullen die ze vroeger nog niet hadden of die je nooit in sprookjes leest. Denk bijvoorbeeld aan: auto's, treinen computers, telefoons, speelgoed, bepaalde beroepen. Zo zijn er nog veel meer dingen, gebruik je fantasie!
Stap 4: herschrijf het verhaal in minstens 300 woorden.  Gebruik hiervoor dezelfde namen.

Klaar?
Lees je tekst nog eens door op spellings- en interpunctiefouten.
timer
10:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun je uitleggen waar je intertekstualiteit kunt tegenkomen.

Aan het einde van deze les kun je de kenmerken van een sprookje benoemen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Welke kenmerken van
sprookjes kan je benoemen?

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

Wat heb je gedaan om jouw sprookje modern te maken?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions