Herhaling H7

Herhaling H7.4
1 / 42
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling H7.4

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Enzymen in verteringssappen
-3 belangrijke eigenschappen van enzymen:
  • voor iedere voedingsstof een ander enzym (zie afb.)
  • werking afhankelijk van temperatuur (Mens bijv. 37 graden). (zie afb.)
  • werking afhankelijk van zuurtegraad (in maag heel zuur)

(sap zonder enzymen is geen verteringssap)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Lesopening
Enkele oefenvragen over de lesstof

Slide 13 - Slide

Noem twee verbrandingsproducten van verbranding bij mensen
A
Water
B
Koolstofdioxide
C
Zuurstof
D
Stikstof

Slide 14 - Quiz

Ademen
Slikken
Verslikken

Slide 15 - Drag question

Sleep de namen naar het juiste onderdeel van het ademhalingsstelsel
Luchtpijp
Bronchiën
Luchtpijptakjes
Longblaasje

Slide 16 - Drag question

Tekst
Tekst
Verteringstelsel
Beenderenstelsel
Spierenstelsel
Bloedvatenstelstel
Ademhalingstelsel
Zenuwstelsel

Slide 17 - Drag question

Sleep de namen naar het juiste onderdeel van het ademhalingsstelsel
Luchtpijp
Bronchiën
Luchtpijptakjes
Longblaasje

Slide 18 - Drag question

Aan de slag
Zoek in je online omgeving NECTAR H7
Examenvragen

Ga naar biologiepagina.nl 
VMBO 4/ OEFENEN/ EXAMENOEFENING

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Wat is een poortader?
De leverpoortader vervoert zuurstofarm, voedingsstofrijk bloed van de darmen, maag, alvleesklier en milt naar de lever.

De leverpoortader vervoert zuurstofarm, voedingsstofrijk bloed van de darmen, maag, alvleesklier en milt naar de lever.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Glucose =
A
Energiearm
B
Energierijk

Slide 30 - Quiz

Door insuline wordt de bloedsuikerspiegel
A
Hoger
B
Lager

Slide 31 - Quiz

Wat is de functie van insuline?
A
Omzetten glucose naar glycogeen
B
Omzetten glycogeen naar glycose
C
Afbreken van glucagon
D
Opbouwen van glucagon

Slide 32 - Quiz

Glycogeen
A
Lange ketting van glucosedeeltjes
B
Lange ketting van glucagon
C
Stresshormoon
D
Hormoon zorgt dat suikerspiegel daalt

Slide 33 - Quiz

Door glucagon wordt de bloedsuikerspiegel
A
Hoger
B
Lager

Slide 34 - Quiz

Wat is insuline?
A
Een suiker
B
Een hormoon
C
Een verteringssap

Slide 35 - Quiz

Wat is de functie van glucagon?
A
Suiker opeten
B
Glycogeen maken
C
Glucose vrijmaken
D
Urine maken

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Slide

   Wat gaat er mis bij diabetes?

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Wat is de juiste formule van de verbranding van glucose:
A
glucose + CO2 + energie --> zuurstof + water
B
glucose + zuurstof + energie --> CO2 + water
C
glucose + CO2 --> zuurstof + water + energie
D
glucose + zuurstof --> CO2 + water + energie

Slide 40 - Quiz

In welk orgaan worden de hormonen gemaakt die het glucosegehalte van je bloed regelen?
A
lever
B
spieren
C
alvleesklier
D
milt

Slide 41 - Quiz

Welk hormoon kan zijn werk niet goed doen bij iemand met suikerziekte?
A
glycogeen
B
insuline
C
glucagon
D
adrenaline

Slide 42 - Quiz