This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
A4 WA H10 voorkennis
Slide 1 - Slide
Planning van deze les
In de les werk je zelfstandig of
In de les herhalen we alle leerdoelen van H3
Slide 2 - Slide
Voorkennis
Ik kan met SOSCASTOA hoeken in een rechthoekige driehoek berekenen.
Slide 3 - Slide
Bereken ∠A.
Slide 4 - Open question
Voorkennis
Ik kan met SOSCASTOA zijden van een rechthoekige driehoek berekenen.
Slide 5 - Slide
Bereken DE.
Slide 6 - Open question
Paragraaf 1
Ik kan SOSCASTOA gebruiken in complexere figuren.
Slide 7 - Slide
Op de zijde CD van rechthoek ABCD ligt het punt E zo, dat ∠BAE = 70° en ∠ABE = 50°. Er geldt DE : CE = 1 : p. Bereken p. Rond af op 2 decimalen.
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
Paragraaf 1
Ik kan met behulp van gelijkvormigheid onbekende zijden berekenen.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
Paragraaf 1
Ik kan met behulp van bekende stellingen en definities bewijzen geven.
Slide 13 - Slide
Op de cirkel met middelpunt M, straal 3 en middellijn AB liggen de punten C en D zo, dat AC=3 en AD=4. Zie de figuur. Onderzoek of het punt B op de cirkel ligt waarvan CD middellijn is.
Slide 14 - Open question
Paragraaf 2
Ik kan de oppervlakte van vlakke figuren berekenen.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Slide
Paragraaf 2
Ik kan formules voor de oppervlakte van een driehoek gebruiken om onbekende zijden te berekenen.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Open question
Maar als je een hoek weet kun je ook ½*AB*AC*∠A
Slide 20 - Slide
Paragraaf 3
Ik kan de rekenregels voor wortels gebruiken om formules te herleiden.
Slide 21 - Slide
Herleid
√2a+√21a
Slide 22 - Open question
Paragraaf 3
Ik kan de rekenregels voor wortels gebruiken om formules te herleiden.
Slide 23 - Slide
Los exact op:
4x−2x√3=√6
Slide 24 - Open question
Paragraaf 4
Ik kan met behulp van de verhoudingen van bijzondere rechthoekige driehoeken onbekende zijden en hoeken berekenen.
Slide 25 - Slide
Gegeven is de gelijkbenige rechthoekige driehoek ABC met AC = 12. Bereken AB.
Slide 26 - Open question
Paragraaf 4
Ik kan met behulp van de stelling van Pythagoras meetkundige vraagstukken oplossen.
Slide 27 - Slide
In de figuur hiernaast is een ringvormige gracht getekend waarin precies een rechthoekig vlot past. Het vlot is 56 meter lang en half zo breed als de gracht. De straal van de binnencirkel van de gracht is 37 meter. Hoe breed is de gracht?
Slide 28 - Open question
Slide 29 - Slide
Paragraaf 5
Ik kan met behulp van de sinusregel in scherphoekige driehoeken onbekende zijden of hoeken berekenen.
Slide 30 - Slide
Van ∆ABC is ∠A=50°, ∠B=75°, ∠C=55° en BC = 6,8. Bereken AB. Rond af op één decimaal. Tip: maak een schets
Slide 31 - Open question
Paragraaf 5
Ik kan met behulp van de sinusregel in stomphoekige driehoeken onbekende zijden of hoeken berekenen.
Slide 32 - Slide
Van ∆KLM is ∠K=20°, ∠L=110° en LM = 5,3. Bereken KL. Rond af op één decimaal.
Slide 33 - Open question
Paragraaf 5
Ik kan met behulp van de cosinusregel in driehoeken onbekende zijden of hoeken berekenen.
Slide 34 - Slide
Van ∆ABC is AC = 4, BC = 6 en ∠C=60°. Bereken AB.
Slide 35 - Open question
Van ∆KLM is KL = 8, LM = 7 en ∠M=120°. Bereken KM. Rond je antwoord af op twee decimalen