20180628 toets bespreken

Spelling
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Spelling

Slide 1 - Slide

1804 en 1805

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Toets van dinsdag

Slide 7 - Slide

1. Lees de volgende zinnen. Noteer welk stijlfiguur je in de zin herkent: een hyperbool of een eufemisme. Schrijf op om welk deel van de zin het gaat. (2 punten) 
a. ‘Ik ga hier dood van de kou,’ mopperde het meisje bij de bushalte toen het na de zomers bui flink was afgekoeld. 
b. ‘Dames en heren, wij rijden zo het station van Arnhem binnen met een extra reistijd van 3 minuten.’ 
c. ‘Meneer, als u in de hal komt, vindt u het sanitair rechts naast de trap.’ 
d. De passagier wilde geen seconde langer aan boord blijven toen bleek dat zijn vliegangst weer de kop opstak.’  

Slide 8 - Slide

2. Vervang de dikgedrukte woorden door een ander woord. (2 punten) 
a. Ondanks het feit dat zijn ploeg de belangrijke wedstrijd verloor, kon de speler er wel de betrekkelijkheid van inzien
b. De politieagent maakte de toerist opmerkzaam op de aanwezigheid van het museum in de stad. 
c. De journalist nam letterlijk over wat de politicus betoogde in het debat over de donorwet. 
d. Jacob, groot fan van de Amerikaanse band, wilde beslist aanwezig zijn bij het concert van Pearl Jam. 
e. Die ouder volkswijk in Utrecht is helaas enorm verarmd.  

Slide 9 - Slide

3. Vul de uitdrukkingen aan met het juiste woord. Geef ook de betekenis. (2 punten) 
a. Van toeten nog blazen … 
b. Zijn gal … 
c. Iemand iets onder de neus … 
d. Spijkers met … slaan. 
e. Angst is een slechte …   

4. Maak een goede zin met de woorden pedant en sommeren.
Let op: uit de zin moet blijken dat je weet wat deze woorden betekenen. (1 punt)  

Slide 10 - Slide

5. Noteer de betrekkelijke voornaamwoorden met ingesloten antecent. (1 punt) 
a. Bedoel je dat wie zich niet officieel aangemeld heeft, niet mee mag doen? 
b. Ik snap dat je het spannend vindt, maar wat houdt je tegen om hem mee uit te vragen? 
c. Wat een prachtig uitzicht biedt dit hooggelegen panoramapunt! 
d. Wat me pas echt verbaast, is het feit dat Sam zich nooit verontschuldigd heeft. 
e. Wie de lesstof niet begrijpt, kan woensdag wat extra uitleg verwachten.  

Slide 11 - Slide

6. Maak 4 zinnen. Gebruik hierin achtereenvolgens: (2 punten) 
a. Die als betrekkelijk voornaamwoord; 
b. Die als aanwijzend voornaamwoord; 
c. Wat als betrekkelijk voornaamwoord; 
d. Wat als betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent.  

7. Vul in onderstaande zinnen het juiste betrekkelijke voornaamwoord in. (1 punt) 
a. In Londen woont Koningin Elisabeth, … goed kan schilderen. 
b. Bij de bushalte stond een leuk meisje, … een rode muts droeg. 
c. Er is niets … me nog interesseert.  

Slide 12 - Slide

8. Noteer het meervoud van de volgende woorden (1 punt) 
a. Calorie 
b. Kopie  
c. Bacterie 
d. Strategie 
e. Chemicalie      
9. Schrijf een tussen-s of tussen-n waar nodig. (2 punten) 
a. dood+bang 
b. mank+poot 
c. maan+schijn 
d. groente+soep 
e. boek+wurm 
f. stad+deel 
g. pan+koek 
h. bloed+omloop 
i. gedachte+sprong 
j. jongen+stem

Slide 13 - Slide

10. Noem 3 uitzonderingen bij samenstellingen, waarbij je géén tussenletter noteert.
Geef per uitzondering een voorbeeld. (3 punten)

als het meervoud zowel op -s als op -n kan eindigen linden, lindes - lindeboom 
als het eerste deel geen meervoud kent roggebrood, koperblazer 
als het eerste deel een uniek exemplaar is maneschijn 
als het eerste deel het bijvoeglijk naamwoord versterkt beresterk, stekeblind 
als het eerste deel geen zelfstandig naamwoord is rodekool, lachebek 
als het een versteende samenstelling is (bruidegom)  

Slide 14 - Slide

11. Schrijf de zinnen over en zet waar nodig koppeltekens, weglatingstekens, apostrofs, trema’s en accenten. (2 punten) 
a. Die secretaresses gingen coöperatief te werk bij het op elkaar afstemmen van de agendas. 
b. Op de universiteit wordt lucht en ruimtevaarttechniek op verschillende niveaus onderwezen.  c. Die creatieve jongen heeft al het teken en schildermateriaal van zijn opa geerfd. 
d. Henrys financiën werden gecontroleerd door een accurate accountant. 
e. Ik smeer liever kokoscreme op mijn brood dan die vegetarische smeerpate.  

Slide 15 - Slide