10. Noem 3 uitzonderingen bij samenstellingen, waarbij je géén tussenletter noteert.
Geef per uitzondering een voorbeeld. (3 punten)
als het meervoud zowel op -s als op -n kan eindigen linden, lindes - lindeboom
als het eerste deel geen meervoud kent roggebrood, koperblazer
als het eerste deel een uniek exemplaar is maneschijn
als het eerste deel het bijvoeglijk naamwoord versterkt beresterk, stekeblind
als het eerste deel geen zelfstandig naamwoord is rodekool, lachebek
als het een versteende samenstelling is (bruidegom)