h3

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Planning

Uitleg par. 3.1

Opdrachten maken 

Uitleg par. 3.2

Opdrachten maken 

Uitleg par. 3.3

Opdrachten maken 

Wet van behoud van massa

Leerdoel

Aan het einde van de les:

• Kan je de drie voorwaarden voor een brand benoemen
• weet je waaruit de lucht die je inademt bestaat 
• Ken je 4 verbrandingsverschijnselen 

Lees in stilte par. 1 op blz. 66. 

Klaar? 

Lees Par. 2 

Verbrandingsvoorwaarden

Volumepercentage 

Lucht bevat 21 volume % zuurstof

1 liter lucht bevat 0,21 x 1 = 0,21 liter zuurstof

Verbrandingsverschijnselen

ROOK

vlammen

vonken

as

Leerdoel gehaald?

• Kan je de drie voorwaarden voor een brand benoemen?
• Weet je waaruit de lucht die je inademt bestaat?
• Ken je 4 verbrandingsverschijnselen?

Aan de slag

Maak: 1 t/m 7, 9, 13  in stilte voor jezelf

Klaar? 

1. Laat het mij zien en kijk zelfstandig na

2. Lees daarna par. 2. 

Planning

Vragen over de opdrachten  1 t/m 7, 9 en 13 

Nakijken 

Uitleg par. 2

Opdrachten maken 

Leerdoel

Aan het einde van de les:

• Kan je uitleggen wat een explosie veroorzaakt
• Kan je drie manieren benoemen hoe je een brand kunt blussen

Lees in stilte par. 2 op blz. 69. 

Klaar? 

Lees Par. 3

Explosie in Beiroet 

dfa

fdaf

explosies en GHS-symbolen

• Explosie ontstaat als brandbare stof, zuurstof en juiste ontstekingstemperatuur aanwezig zijn.

• De verhouding brandbare stof en zuurstof moet binnen  bepaalde grenzen liggen: 

    de explosiegrenzen.

Ontbrandingstemperatuur

Afkoelen tot onder ontbrandingstemperatuur

Brandstof wegnemen

Brandgang voor brandpreventie

voor alle vormen van brandbestrijding is het belangrijk om een of meerdere van de drie voorwaarden weg te nemen.

Zuurstof wegnemen

De juiste brandblusser voor elke brand

Niet alle branden kun je met water branden.

Hoe zit dat?

Leerdoel gehaald?

• Kan je uitleggen wat een explosie veroorzaakt?
• Kan je drie manieren benoemen hoe je een brand kunt blussen?

Aan de slag

Maak: 18 t/m 21 en 25  in stilte voor jezelf

Klaar? 

1. Laat het mij zien en kijk zelfstandig na

2. Lees Par. 3 

Planning

Vragen over de opdrachten  18 t/m 21 en 25

Uitleg par. 3

Opdrachten maken 

Leerdoel

Aan het einde van de les:

• Kan je uitleggen waarom stoffen reageren in een vaste massaverhouding
• Kun je beschrijven wat met overmaat wordt bedoeld
• Weet je wanneer je massa of volume moet gebruiken 

Lees in stilte par. 3 op blz. 72. 

Klaar? 

Lees Par. 4

Reactievergelijking

Geeft de verhouding aan van het aantal deeltjes die bij de reactie betrokken zijn.

De totale massa van de beginstoffen en reactieproducten is gelijk. 

Massa beginstoffen = massa reactieproducten (par. 2.4)

Stappenplan overmaat

1. maak een kloppende reactievergelijking

2. onderstreep wat is gegeven en gevraagd

2. bepaal de massaverhouding (molecuulmassa's opzoeken)

3. maak een verhoudingstabel! Met 1 van de bekende gegevens, de andere laat je weg. 

60,0 gram Magnesium verbranden en daarvoor hebben we 45,0 gram zuurstof beschikbaar. Welke stof is in overmaat?  

 Massa en volume

Leerdoel gehaald?

• Kan je uitleggen waarom stoffen reageren in een vaste massaverhouding?
• Kun je beschrijven wat met overmaat wordt bedoeld?
• Weet je wanneer je massa of volume moet gebruiken?

Aan de slag

Maak: 32 t/m 35  in stilte voor jezelf

Klaar? 

1. Laat het mij zien en kijk zelfstandig na

2. Maak de test jezelf van Hoofdstuk 2 

Planning

Vragen over de opdrachten  van par. 1, 2 en 3?

Nakijken 

Uitleg par. 4 en 6 (Par. is de multi opdracht, zie je planning)

Opdrachten maken 

Leerdoel

Aan het einde van de les:

• Kan je de reactieproducten van de verbranding van Methaan noemen
• Kun je een voorbeeld geven van chemische energie
• Kun je een beschrijven wat een reagens is en een voorbeeld geven
• Kun je het verschil tussen een volledige en een onvolledige verbranding uitleggen

Lees in stilte par. 4 vanaf blz. 77. 

Klaar? 

Lees Par. 5

Volledige verbranding

Een volledige verbranding gebeurt als er voldoende zuurstof is. 

Bij de verbranding van CH₄ ontstaat CO₂ en H₂O.

Volledige verbranding

Onvolledige verbranding

• Bij een onvolledige verbranding is er onvoldoende zuurstof
• Bij een onvolledige verbranding van een koolwaterstof ontstaat geen CO₂(g)
• Bij een onvolledige verbranding van een koolwaterstof ontstaat CO(g) of C(s)

Onvolledige verbranding methaan

Volledige verbranding

 - koolstofdioxide

onvolledige verbranding

- koolstofmonooxide

• giftig 
• geurloos
• kleurloos

Aantonen verbrandingsproducten

Reagens = stof die een andere stof zichtbaar maakt

• Water maakt wit kopersulfaat blauw 
  
• Koolstofdioxide maakt helder kalkwater troebel

Producten zijn niet altijd te zien. Denk aan waterdamp en koolstofdioxide. Je kunt ze wel aantonen. 

Leerdoel gehaald?

• Kan je de reactieproducten van de verbranding van Methaan noemen
  
• Kun je een voorbeeld geven van chemische energie
  
• Kun je een beschrijven wat een reagens is en een voorbeeld geven
  
• Kun je het verschil tussen een volledige en een onvolledige verbranding uitleggen

Aan de slag

Maak: 44 t/m 47, 49, 57 t/m 62  in stilte voor jezelf

Klaar? 

1. Laat het mij zien en kijk zelfstandig na

H3.6: Reactiesnelheid

Reactiesnelheid

De reactiesnelheid wordt beïnvloed door:

• soort stof
• Verdelingsgraad
• Concentratie
• Temperatuur
• Katalysator

Aan de slag:

Maak opdracht: 72 t/m 74b

Klaar? ->  

1. nakijken 

2. maak de multi van deze week (par. 3.5)

3. Oefenen in de ELO