Les 7: Het middel van bestaan

1 / 40
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Hoe zit je in je vel vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Wat vind je van de stijl van de lessen tot nu toe? (met LessonUp?)
Beter
Slechter

Slide 7 - Poll

THEMA 2 | LES 7
Het middel van bestaan

Slide 8 - Slide

VOORUITBLIK
Wat gaan we doen in de les?

Slide 9 - Slide

LESPROGRAMMA
  • Quiz over les 6
  • Reisdoelencheck les 6
  • Interactieve uitleg les 7
  • Wat heb je geleerd?

  • Bij tijd over: werken aan het huiswerk
Vooruitblik

Slide 10 - Slide

QUIZ
Les 6: Een onbeschreven tijd
Vooruitblik

Slide 11 - Slide

Wat betekent Homo sapiens ?
A
De handige mens
B
De rechtop lopende mens
C
De denkende mens
D
De moderne mens

Slide 12 - Quiz

Homo sapiens zijn in Afrika 'ontstaan'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Australopithecus
Homo habilis
Homo erectus
Homo neanderthalensis
Homo sapiens

Slide 14 - Drag question

Wat betekent de prehistorie?
A
De tijd dat mensen leerden lezen en schrijven.
B
De tijd dat mensen nog niet konden lezen en schrijven.
C
De tijd dat mensen gereedschappen maakten van steen.
D
De tijd dat mensen leefden van de landbouw.

Slide 15 - Quiz

Je kan benoemen tot welke mensachtigen wij behoren.
Kan ik
Kan ik niet

Slide 16 - Poll

Je kan uitleggen wat prehistorie betekent.
Kan ik
Kan ik niet

Slide 17 - Poll

REISDOELEN LES 7
  1. Je kan uitleggen wat het voornaamste middel van bestaan van nomaden was tijdens de prehistorie.
Vooruitblik

Slide 18 - Slide

UITVOERING
Activiteiten om te leren

Slide 19 - Slide

Interactieve Video: 

Hoe is de de eerste mens ontstaan?
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo
Uitvoering

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

De eerste mensen leefden als nomaden. Wat zijn nomaden?
A
Mensen die een vaste woonplaats hebben.
B
Mensen die hun hele leven in een dorp wonen.
C
Mensen zonder vaste woonplaats.
D
Mensen die hun voedsel uit de natuur halen.

Slide 22 - Quiz

Er was een duidelijke rolverdeling tussen mannen en vrouwen.
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

INSTRUCTIE PAARS
  • Maak les 7 van de planner in Paspoort21
  • Je mag ook meedoen met de les
  • Zelfstandig en in stilte
  • Muziek in tijdens werken toegestaan (via laptop)
Uitvoering

Slide 24 - Slide

Onze prehistorische voorouders haalden hun voedsel niet bij de plaatselijke supermarkt. Om aan voldoende voedsel te komen moesten zij jagen, vissen of fruit en noten verzamelen. Deze mensen vormden een samenleving van jagers-verzamelaars. Een echt feestmaal werd er geserveerd wanneer er bij de jacht kleine of grote prooidieren werden gedood. 
Bestaansmiddel
Het bestaansmiddel is alles dat je nodig hebt om te kunnen overleden

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Mannen
vrouwen
Jagen
Verzamelen
Vissen
Zorgen voor de kinderen
Koken
Pijlpunten maken in het kamp

Slide 27 - Drag question

Aan het einde van de dag kwamen jagers-verzamelaars samen in een kamp of grot. Daar bereidden zij het voedsel dat zij die dag hadden verkregen. In de kampen maakten de mensen stenen werktuigen zoals speerpunten of bijlen. Een aantal van deze stenen werktuigen zijn later teruggevonden. De periode dat mensen gebruikmaakten van stenen werktuigen noem je de steentijd.

Slide 28 - Slide

Niet alleen het vlees werd gebruikt, maar ook de botten en de huid van dieren waren nuttig. Van botten konden de mensen gereedschap, instrumenten of sieraden maken. Van de huid van dieren werd kleding gemaakt. Alles werd dus benut als bestaansmiddel.

Slide 29 - Slide

DE STEENTIJD

Slide 30 - Slide

Wat is kenmerkend voor de Steentijd?
A
Hunebedden zijn van steen
B
Er zijn veel stenen in die tijd
C
Voorwerpen uit die tijd zijn van steen gemaakt
D
Huizen zijn gemaakt van steen

Slide 31 - Quiz

Wanneer er in de nabije omgeving geen voedsel meer te vinden was, trok een groep verder op zoek naar voedsel. Rondtrekkende groepen worden ook wel nomaden genoemd. Nomaden hebben dus geen vaste woonplaats. Jagers-verzamelaars waren echte nomaden. De groepen telden vaak zo’n dertig tot veertig personen. Een grotere groep zou onhandig zijn bij het rondtrekken. Als een groep te groot zou worden, zou het bovendien moeilijker worden om iedereen te voorzien van voldoende bestaansmiddelen. Veel bezittingen hadden zij echter niet. Dat was ook niet handig, want die moest je steeds meenemen als je naar een nieuw gebied trok.

Slide 32 - Slide

Vuur wordt gebruikt voor warmte, om te koken en om wilde dieren weg te houden.
Het vlees van dieren wordt gebruikt als voedsel. De huid en de vacht worden gebruikt als kledingstukken en als warmte-isolatie in woningen.
Hier liggen dierenhouden te drogen zodat ze gebruikt kunnen worden.
Er werden tijdelijke hutten gemaakt van stro, klei en riet om beschut te blijven.
Er werd vaak gekozen voor kampen in bosrijke omgevingen vanwege de schaduw die de bomen bieden.
Tamme dieren zoals honden werden veel gebruikt als hulp bij de jacht.

Slide 33 - Slide

Beschrijf het bestaansmiddel van de jagers-verzamelaars zo uitgebreid mogelijk.

Slide 34 - Open question

TERUGBLIK
Wat hebben we deze les gedaan en geleerd?

Slide 35 - Slide

Hoe goed snapte jij de les?
Slecht
Gemiddeld
Goed

Slide 36 - Poll

Leg iets uit van wat je leerde in deze les.

Slide 37 - Open question

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll

HUISWERK
  • Les 7 van de planner in Paspoort21

Bekijk goed welke opdrachten daarbij horen!
Terugblik

Slide 39 - Slide

DOEI
En tot de volgende keer!

Slide 40 - Slide