Les 3 opdrachten verkiezingen


Les 3 opdrachten verkiezingen
1 / 23
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson


Les 3 opdrachten verkiezingen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Verziekingen 
Jij hebt een mening over dingen. Bijvoorbeeld op school: je vindt bepaalde lessen wel of niet nuttig, je vindt de prijzen in de kantine te hoog of wel oké. Je vindt waarschijnlijk ook van alles over je buurt, stad of land. Die mening kun je laten horen. Bijvoorbeeld door te gaan stemmen als er verkiezingen zijn.
De verkiezingen vormen de basis van de democratie. Er zijn verschillende verkiezingen, namelijk: voor de Tweede Kamer, Provinciale Staten, waterschappen, gemeenteraden en het Europees Parlement. De Europese verkiezingen zijn elke vijf jaar, alle andere verkiezingen zijn elke vier jaar.

Slide 3 - Slide

Wat is een politieke partij? 
Je kent vast wel een paar politieke partijen. Bijvoorbeeld D66, PVV, GroenLinks, VVD. Een politieke partij is een groep mensen met dezelfde mening over wat goed is voor Nederland. Bijvoorbeeld: lagere belastingen of meer aandacht voor het milieu.
De meeste politieke partijen hebben leden. Die kunnen binnen de partij hun mening geven. Leden van een partij kunnen op de kieslijst of kandidatenlijst van hun partij staan. De persoon die bovenaan de kandidatenlijst staat noemen we de lijsttrekker. De lijsttrekker speelt de hoofdrol tijdens de verkiezingstijd en de debatten.

Slide 4 - Slide

Politieke partij
Een politieke partij is een organisatie die deelneemt aan verkiezingen om invloed te hebben op politieke besluiten.

Slide 5 - Slide

Lijstrekker 
Een lijsttrekker is de eerste persoon op de kandidatenlijst van een politieke partij bij verkiezingen en de politiek leider van een partij.

Slide 6 - Slide

Campagne voeren
Partijen willen zo veel mogelijk mensen overtuigen van hun standpunten. Daarom voeren ze campagne. Campagne voeren is eigenlijk reclame maken voor een politieke partij. Dit wordt op allerlei manier gedaan zoals: folders verspreiden, meedoen aan een debat en tv-spotjes maken. Partijen doen dit om bekender te worden en stemmen te trekken.

Slide 7 - Slide

Links en Rechts
De termen links en rechts zijn ‘toevallig’ ontstaan. Het had te maken met de plek waar de stoelen in het parlement van Frankrijk stonden en welke groepen op die stoelen zaten. In de loop van de tijd zijn de termen ‘links’ en ‘rechts’ gaan horen bij idealen van politieke groepen.
Bij links zijn die idealen gelijkheid en de groep. Bij rechts zijn vrijheid en het individu belangrijk. Er zijn ook partijen die ongeveer in het midden staan tussen links en rechts.

Slide 8 - Slide

Goede volgorde, van links naar rechts.

Slide 9 - Drag question

Stemmen, hoe werkt dat?
Als je 18 jaar of ouder bent en een Nederlandse nationaliteit hebt, mag je stemmen. Je stemt op een persoon die op de kandidatenlijst staat van een politieke partij.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Er zitten meer politieke partijen in de tweede kamer
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz


In het partijprogramma van een partij staat op wie je kunt stemmen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz


Als je mag stemmen, krijg je voor elke verkiezing een stempas
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Een regering van samenwerkende partijen noemen we een coalitie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Wat staat er op een stembiljet?
A
Kandidaat
B
Partij
C
Lijstrekker
D
Alle drie

Slide 17 - Quiz

Opdracht wat past bij jou?
Voorbeelden van onderwerpen die politieke partijen belangrijk vinden zijn: onderwijs, natuur en milieu, zorg, openbaar vervoer, snelwegen en veiligheid.


Welke onderwerpen vind jij het meest belangrijk?

Slide 18 - Slide

Op wie stem jij?
https://jongerenkieswijzer.nl




Slide 19 - Slide

Voorbeelden van onderwerpen die politieke partijen belangrijk vinden zijn: 
onderwijs, natuur en milieu, zorg, openbaar vervoer, snelwegen en veiligheid.



Vraag: welke onderwerpen vind jij het meest belangrijk, en waarom?

Slide 20 - Slide

Doe de test
www.partijenwijzer.nl

Wat is de uitkomst? -->had je dit verwacht?


Slide 21 - Slide

Zoek de standpunten van deze partij op. 
Waar ben je het mee eens? -->Leg uit waarom

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide