This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
3 BASIS/KADER
Paragraaf 2 Sociale zekerheid
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Huiswerk bespreken
Uitleg paragraaf 2
Opdrachten maken
Les bespreken
Slide 2 - Slide
Vraag 4 kader Vraag 5 basis A. Bereken het subsidiebedrag per lid
A
8.640 x 120 = 1.036.800
B
8.640 : 120 = 72
C
8.640+ 120 = 8.760
D
8.640 - 120 = 8.520
Slide 3 - Quiz
Hoe noem je goederen en diensten die de overheid levert? Vraag 7 basis, Vraag 8 kader
Slide 4 - Open question
Waarop heft de overheid accijns?
A
benzine, chocola, kleding
B
sigaretten, frisdrank, kleding
C
alcohol, sigaretten, benzine
D
alcohol, medicijnen, benzine
Slide 5 - Quiz
Wat wil de overheid bereiken met subsidies?
A
Dat consumenten meer gebruik gaan maken van bepaalde producten.
B
Dat het milieu verbetert.
C
Dat consumenten minder gebruik gaan maken van bepaalde producten.
D
Dat de overheid een extra inkomstenbron heeft.
Slide 6 - Quiz
Wat wil de overheid bereiken met accijnzen?
A
Dat consumenten meer gebruik gaan maken van bepaalde producten.
B
Dat het milieu verbetert.
C
Dat consumenten minder gebruik gaan maken van bepaalde producten.
D
Dat de overheid een extra inkomstenbron heeft.
Slide 7 - Quiz
Lesdoelen 7.2
- Wat is de sociale zekerheid?
- Welke soorten sociale uitkeringen zijn er?
- Wie betaalt de sociale zekerheid?
Slide 8 - Slide
Verzorgingsstaat
Slide 9 - Mind map
Sociale zekerheid
Dit is de zekerheid dat iedereen geld heeft om van te leven.
Dit wordt betaald door de overheid.
Hoe komt de overheid aan dit geld?
belastingen
sociale premies (sociale wetten)
Slide 10 - Slide
Sociale zekerheid
Bestaat uit twee dingen
1. Sociale verzekeringen
2. Sociale voorzieningen
Slide 11 - Slide
2 soorten Sociale verzekeringen
Werknemersverzekering.
Alleen voor mensen die in loondienst werken of gewerkt hebben.
VB: WW (Werkloosheids Wet)
2 soorten Sociale verzekeringen
Volksverzekeringen
Geldt voor alle inwoners van NL. Wordt betaald door de premies die alle werkende NL'ders betalen.
VB: AOW (Algemene Ouderdoms Wet)
Slide 12 - Slide
Sociale voorzieningen
Uitkeringen die de overheid betaald met belastingopbrengsten.
Bekende voorbeelden: kinderbijslag en kinderbijstand.
Slide 13 - Slide
Noem een voorbeeld van een sociale voorziening
Slide 14 - Open question
AOW
Iedereen heeft op een bepaalde leeftijd recht op een AOW-uitkering. De leeftijd wordt geleidelijk verhoogd van 65 naar 67 jaar of ouder.
Slide 15 - Slide
Zoek op internet op: wat is de aow-leeftijd van 2023?
Slide 16 - Open question
Sociaal minimum
In de sociale wetten staat hoe hoog een uitkering is;
Werklozen zonder ww uitkering > bijstand;
Sociaal minimum: bedrag waarvan je net kunt rondkomen. Als je wel werkt maar je verdient minder krijg je het overig bedrag aangevuld tot het sociaal minimum alsnog.
Slide 17 - Slide
Nederland een verzorgingstaat
Nederland zorgt goed voor alle Nederlanders. Als je ziek bent kun je geholpen worden. Als je geen inkomen hebt krijg je een basisinkomen. Daarom noemen we NL ook wel de verzorgingstaat (NL zorgt voor zijn inwoners).
Slide 18 - Slide
Aan de slag
15 minuten voor paragraaf 2
Blz 194-197 kader
Blz 164-167 Basis
In stilte
Huiswerkcontrole
Klaar? Kijk paragraaf 1 na --> huiswerk via magister
timer
15:00
Slide 19 - Slide
Welke sociale zekerheid ontvang je als je werkloos bent?
A
AOW
B
WW
C
WIA
D
ZW
Slide 20 - Quiz
Sofie volgt op de universiteit een opleiding geschiedenis. Ze krijgt ...