What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Literatur V6
Literatur V6
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Literatur V6
Slide 1 - Slide
1720-1800
1765-1790
1786-1832
1795-1840
1815-1848
1933-1945
1945-1967
1945-1990
1990-heute
Aufklärung
Sturm und Drang
Weimarer Klassik
Romantik
Biedermeier
Exilliteratur
Trümmerliteratur
Literatur der BRD
Popliteratur
Slide 2 - Drag question
Hausaufgaben
Slide 3 - Slide
1. Das Weltbild änderte sich zur Zeit der Aufklärung entscheidend. Was wird damit gemeint?
Slide 4 - Open question
2. Sturm und Drang ist eine Strömung in der deutschen Literaturgeschichte, die auch als Geniezeit oder Genieperiode bezeichnet wird. Wieso?
Slide 5 - Open question
3. Warum wird die deutsche Klassik auch die Weimarer Klassik genannt?
Slide 6 - Open question
4. Wozu war die Romantik eine Gegenbewegung?
Slide 7 - Open question
5. Was bedeutet Bieder heutzutage und was bedeutete das Wort früher?
Slide 8 - Open question
6. Was bedeutet der Begriff ‚Exilliteratur‘?
Slide 9 - Open question
7. Was versuchten die Schriftsteller der Trümmerliteratur in ihren Werken zu verarbeiten?
Slide 10 - Open question
8. Welche Phasen der DDR-Literatur gibt es?
Slide 11 - Open question
9. Welche Themen werden oft in der Popliteratur beschrieben?
Slide 12 - Open question
Extra Fragen
Slide 13 - Slide
Welche Aussage über die Aufklärung stimmt nicht?
A
De verlichting was een burgerlijke beweging in West-Europa
B
Tijdens de verlichting was er kritiek op de toenmalige machtsstructuren
C
De ideeën van vooruitgang en gelijkheid waren centrale ideeën van de verlichting.
D
De Franse revolutie was een belangrijke gebeurtenis voor de verlichting
Slide 14 - Quiz
Welche Aussage über Sturm und Drang stimmt nicht?
A
Er werden vooral drama's geschreven
B
Het is een Duitse stroming
C
Het individu met zijn/ haar emoties staat centraal
D
Het waren vooral oudere schrijvers
Slide 15 - Quiz
Welche Aussage über die Weimarer Klassik stimmt nicht?
A
Goethe & Schiller waren de belangrijkste vertegenwoordigers
B
Deze stroming begint met Goethes reis naar Griekenland
C
In de literatuur lag een grote nadruk op de vorm, metrum & hoog taalniveau
D
Het basisidee was dat je mensen met kunst kon opvoeden
Slide 16 - Quiz
Welche Aussage über die Romantik stimmt nicht
A
Houdt zich bezig met de binnenwereld/ emoties van mensen en de relatie tot de natuur
B
Tegenreactie op de verlichting, klassieken en industrialisering
C
Het collectief staat in het middelpunt
D
Typisch voor de romantiek zijn fantasievolle droomwerelden
Slide 17 - Quiz
Welche Aussage über den Biedermeier stimmt nicht?
A
Het is een literatuurperiode in West-Europa
B
Het ontstond tussen het Congres van Wenen en de maartrevoluties
C
Het was een reactie op de afschaffing van de recent verkregen democratische rechten
D
Het privéleven staat centraal
Slide 18 - Quiz
Welche Aussage zur Exilliteratur stimmt nicht
A
Het bevat alle werken die in ballingschap zijn ontstaan
B
Het is een Duitse literatuurperiode
C
Inhoudelijk ging het over het verdriet je eigen land te moeten verlaten
D
Er waren vaak conflicten tussen conservatieve en communistische auteurs
Slide 19 - Quiz
Welche Aussage zu Trümmerliteratur stimmt nicht
A
De naam slaat de verwoesting waarin Duitsland letterlijk en figuurlijk achterbleef na de oorlog
B
Een ander woord hiervoor is Heimkehrerliteratur
C
De werkelijkheid stond centraal en de schrijfstijl was simpel
D
Alleen soldaten schreven Trümmerliteratur
Slide 20 - Quiz
Welche Aussage zur Literatur der DDR stimmt nicht?
A
Het bestaat uit 5 fases
B
Het socialisme wordt gezien als de oplossing
C
In de Ankunftsliteratur (Fase 3) schreven auteurs alleen positief over het socialisme
D
Alleen met toestemming van de staat mocht je je werken uitgeven
Slide 21 - Quiz
Welche Aussage über Popliteratur stimmt nicht
A
Es gehört zur Gegenwartsliteratur
B
Het is voor een jong publiek
C
Het hoogtepunt in Duitsland was in de jaren 60
D
Motieven van Popliteratur zijn drugs, seks, muziek, feestjes, glamour, reizen, jongerensubcultuur etc.
Slide 22 - Quiz
More lessons like this
Literatur
November 2024
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4,5
Literatur, Geschichte, Trümmerliteratur, Romantik
January 2023
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4,5
Literatur
December 2023
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4,5
Quiz/Oefentoets literatuur
May 2024
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
V6 27.1.
7 days ago
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
V6 26.1. Literatur
January 2023
- Lesson with
40 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Quiz/Oefentoets literatuur
October 2024
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Quiz/Oefentoets literatuur
October 2024
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5