3.3 Massaverhoudingen

Startopdracht massaverhoudingen
Recept voor 40 koekjes:



Schrijf de berekening op:
  1. Hoeveel gram suiker heb ik nodig voor 100 koekjes?
  2. Hoeveel koekjes kan ik maken met 500 gram bloem?

timer
4:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Startopdracht massaverhoudingen
Recept voor 40 koekjes:



Schrijf de berekening op:
  1. Hoeveel gram suiker heb ik nodig voor 100 koekjes?
  2. Hoeveel koekjes kan ik maken met 500 gram bloem?

timer
4:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Massaverhoudingen
Recept voor 40 koekjes:



Vragen:
  1. Hoeveel gram suiker heb ik nodig voor 100 koekjes? 
  2. Hoeveel koekjes kan ik maken met 500 gram bloem?
1. 375 gram
2. 66,67 koekje

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

3.3 Massaverhoudingen

Leg alvast klaar:
Pen, schrift en rekenmachine

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Rekenen aan reacties
Belangrijk:
Een chemische reactie voldoet altijd aan:
De wet van behoud van massa

Wet van behoud van massa:
De massa voor de pijl, moet hetzelfde zijn als de massa achter de pijl.



Slide 4 - Slide

Wet van behoud van massa, heet ook:

wet van Lavoisier
timer
2:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Rekenen aan reacties
Verbranding van glucose:
glucose + zuurstof  -> koolstofdioxide + water
C6H12O6 + 6 O2      -> 6 CO2 + 6 H2O

Met 180 gram glucose en 192 gram zuurstof krijg ik 108 gram water, hoeveel gram koolstofdioxide krijg ik dan?

timer
2:00

Slide 6 - Slide

Wet van behoud van massa:

De massa voor de pijl, moet hetzelfde zijn als de massa achter de pijl.


Rekenen aan reacties
Verbranding van glucose:
glucose + zuurstof  -> koolstofdioxide + water
C6H12O6 + 6 O2      -> 6 CO2 + 6 H2O

Met 180 gram glucose en 192 gram zuurstof krijg ik 108 gram water, hoeveel gram koolstofdioxide krijg ik dan?

264 gram

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Rekenen aan reacties
C6H12O6 +   6 O2 ->   6  CO2 +   6  H2O
180                  192           264         108

Schrijf de berekeningen op in je schrift:

  1. Als ik 90 g C6H12O6 heb, hoeveel gram H2O ontstaat er?
  2. Als ik 100 gram O2 heb, hoeveel gram CO2 ontstaat er?

timer
5:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Rekenen aan reacties
C6H12O6 +   6 O2 ->   6  CO2 +   6  H2O
180                  192           264         108

Vragen:
  1. Als ik 90 g C6H12O6 heb, hoeveel gram H2O ontstaat er?
  2. Als ik 100 gram O2 heb, hoeveel gram CO2 ontstaat er?

1. 54 gram
2. 137,5 gram

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Rekenen aan reacties
Bereken de molecuulmassa van de volgende stoffen:
Glucose (C6H12O6)
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Rekenen aan reacties
Bereken de molecuulmassa van de volgende stoffen:
Glucose (C6H12O6)
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water

Tip! gebruik de tabel achterin je boek
180,0 u
32,0 u
44,0 u
18,0 u

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Rekenen aan reacties
C6H12O6     + 6 O2             -> 6 CO2 +                6 H2O
180,0 u          32,0 u                 44,0 u                 18,0 u

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Rekenen aan reacties
C6H12O6
O2
->
CO2
H2O
coëfficiënten
1
6
6
6
Molecuulmassa (u)
180,0 
32,0
44,0
18,0
Massa totaal (u)
1 x 180,0 = 180,0
6 x 32,0 = 192,0
6 x 44,0 = 264,0
6 x 18,0 = 108,0
Verhoudingen
180,0
192,0
264,0
108,0

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan massaverhouding

1. Noteer de (kloppende) reactievergelijking
2. Bepaal de molecuulmassa's (in u)
3. Vermenigvuldig die massa's met de juiste coëfficiënt. 

Met deze verhoudingen kun je rekenen!

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Voor volgende les

Opgave. 27, 29, 30, 32, 33 van 3.3



Slide 15 - Slide

This item has no instructions