Het oog

Vrijdag 26/3
9:15 - 10:15 
Voortgangsopdracht
10:15- 10:30
pauze
10:30 - 11:30 
het oog
11:30-14:45
Kraak de code
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Vrijdag 26/3
9:15 - 10:15 
Voortgangsopdracht
10:15- 10:30
pauze
10:30 - 11:30 
het oog
11:30-14:45
Kraak de code

Slide 1 - Slide

Voortgangsopdracht
Laptop opgeladen?
Ga naar teams
Wacht op link. 
Start. 
45 minuten.

Slide 2 - Slide

Het oog

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 
leerdoel 7: Ik kan de organen rondom het oog en de delen van het oog benoemen in een afbeelding.

leerdoel 34: Ik kan beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt.  


Slide 4 - Slide

Oogkassen beschermen de ogen
Wenkbrauwen houden het zweet tegen zodat het niet in de ogen komt

Slide 5 - Slide

Wimpers beschermen de ogen tegen vuil en fel licht
Oogleden beschermen de ogen tegen vliegjes

Slide 6 - Slide

Traanvocht maakt je ogen schoon en beschermt je hoornvlies tegen uitdroging. Spoelt oog schoon. 
Traanklieren maken traanvocht
Traanbuizen staan in verbinding met de neusholte
Als je knippert verspreiden de oogleden het traanvocht

Slide 7 - Slide

Oogwit
Witte gedeelte is het harde oogvlies. 
Gekleurde gedeelte is de iris (of regenboogvlies).
In het midden zit een opening: de pupil (zwarte ronde vlek).
Over de iris en de pupil heen ligt het hoornvlies 
Leerdoel 7

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

lens
De lens zit achter de iris  en de pupil.  De ooglens is een belangrijk deel van de beeldvorming op ons netvlies.
hoornvlies
Het hoornvlies  is het doorzichtige deel van de buitenkant van het oog waar het licht door naar binnen valt.
Pupil
De pupil  is de opening van het midden van de iris.  Omdat het in het oog donker is lijkt de pupil zwart. De pupil zit achter het hoornvlies en voor het glasachtig lichaam.
Iris
De iris of het regenboogvlies bepaalt de kleur van de ogen. Het is een ring achter het hoornvlies. De hoeveelheid doorgelaten licht naar het netvlies wordt bepaald door het samentrekken van kringspier in het midden van de iris, wat leidt tot verkleining van de pupil  waardoor er dus minder licht doorgelaten wordt.
Oogspier
Ieder oog heeft 6 verschillende oogspieren. Deze oogspieren zorgen voor de beweging van de ogen. Om scherp en vooral niet dubbel te zien hebben we een goede werking van deze oogspieren nodig.
Harde oogvlies
Het oogwit of sclera is de buitenste witte laag van het oog en bestaat uit stevig bindweefsel. De buitenste laag van het oog wordt ook wel de harde oogrok genoemd. Gaat aan de voorkant van het oog over op het hoornvlies (doorzichtig)
Vaatvlies
Het vaatvlies  bevat veel bloedvaten en pigment. Het zorgt samen met de iris voor een intensieve doorbloeding van het oog. Het vaatvlies ligt tussen hoornvlies en het netvlies. Aan de voorkant gaat het vaatvlies over in de iris (regenboogvlies).
Netvlies
Het netvlies of de retina vormt de binnenbekleding (het lichtgevoelige 'scherm') van ons oog en bestaat uit 10 lagen. Eén van deze lagen bevat de fotoreceptoren (zintuigcellen) die beter bekend zijn als de staafjes en kegeltjes. De prikkels worden hier omgezet in impulsen en gaan via de oogzenuw naar de hersenen. In het midden van het netvlies ligt de gele vlek, daar kun je het scherpst zien. 
Oogzenuw
Is een gevoelszenuw. Hij verbindt het oog met de hersenen. De plaats van het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat, heet de blinde vlek. Hier liggen geen zintuigcellen. 
Glasachtig lichaam
Geleiachtige massa die het oog vult en het netvlies op zijn plaats houdt. 
Leerdoel 7
Je kan nu 5.3 opdracht 3 en 4 in Biologie voor jou beantwoorden 

Slide 10 - Slide

Scherp zien
Lichtstralen die het oog binnenkomen worden gebogen
Lichtbreking door hoornvlies en ooglenzen. 
Bolle lenzen (+) buigen lichtstralen naar elkaar toe.
Omgekeerd en verklein beeld op je netvlies. De hersenen maken hier weer een 'normaal'beeld van. 

Slide 11 - Slide

Veraf en dichtbij
Ontspannen kringspieren - lens wordt uitgerekt (minder bol). Ver kijken.

Samengetrokken kringspieren- lens wordt boller. Dichtbij kijken.
Het aanpassen van je ooglens aan de afstand noemen we accomoderen

Slide 12 - Slide

Bijziend en verziend
Bijziend
Kunnen voorwerpen die ver staan slecht zien.
Geen problemen met voorwerpen dichtbij. 
"Ooglenzen te sterk". Negatieve brilglazen.
Verziend
Kunnen voorwerpen die dichtbij staan slecht zien
Geen problemen met voorwerpen die ver staan.
"Ooglenzen te zwak". Positieve brilglazen.


Je kan nu  5.3 opdracht 5 in Biologie voor jou beantwoorden 

Slide 13 - Slide

Pupilreflex: regelt het aantal licht dat op je zintuigcellen valt. Beschermt zintuigcellen.
kringspieren: pupil wordt klein
Leerdoel 34

Slide 14 - Slide

Pupilreflex
Kringspieren trekken zich samen: pupil wordt kleiner.
  
Straalsgewijs lopende spieren trekken zich samen: pupil wordt groter
Leerdoel 34

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Waar de oogzenuw zit is de blinde vlek, daar zitten geen zintuigcellen. De gele vlek is de plek met de meeste kegeltjes. Daar zie je scherp. 
Je kan nu 5.3 opdracht 7, 9 en 10 in Biologie voor jou beantwoorden 

Slide 17 - Slide

Verschil Roofdieren en Prooidieren

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Maak als laatste 5.3 opdracht 6:
Maak een samenvatting van deze basisstof.
Beschrijf de weg van licht en impulsen al je beeld ziet
Beschrijf de pupilreflex. 
Wat is bijziend, wat kan de oorzaak zijn en hoe is dit op te lossen?
Wat is verziend, wat kan de oorzaak zijn en hoe is dit op te lossen?

Slide 20 - Slide