H1: De maatschappij en de politiek.

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Vandaag: 

1. Check-in: hoe zit je erbij? Welke            successen?  

2. De lesdoelen van deze les

3. Klassikale instructie: 

4. Samenwerken 

5. Check-out: hoe zit je erbij?  

Welke afspraken maken we?

1.  Geen ruis tijdens uitleg

2. Als je wilt reageren dan vinger opsteken

3. Stil zijn als iemand praat

4. Luisteren als de docent of een mede-leerling praat

Consequenties: waarschuwing (naam op bord) - apart zitten - gang - geel

3xwaarschuwing = andere plek! 

Samenvatten: Cornell-methode

Samen-vatting: 

Cornell-methode

Leren via de linkerkant!

Leerdoel

- De 3 politieke niveaus benoemen en uitleggen.

- De begrippen: politici, bestuurders, overheid, politieke macht, volksvertegenwoordigers, politieke besluitvorming, overheidsbeleid, verzorgingsstaat. 

- Uitleggen wat Politiek is. 

- Uitleggen welke rol de Politiek heeft bij maatschappelijke problemen

Wat moet je doen in periode 2?

• Hele werkboek Politiek af
• Begrippentoets (telt 1x)
• Eindtoets (telt 3x)

Politiek

1. Wat is politiek?

Cornell- politiek

                                                 

                                               

                                                   

                                               +                                                =

Cornell - Politieke niveaus 

1. Nationaal, het land   
2. Provincie 
3. Lokaal, gemeente 

Europa  

Cornell - Invloed 

Politieke macht veel mensen merken iets van de besluiten die politici nemen --> Daarom moet de bevolking invloed hebben op het beleid  via volksvertegenwoordigers.  

Politieke besluitvorming: de manier waarop politici besluiten nemen.

Overheidsbeleid alle regels en afspraken die de overheid neemt. 

Cornell- verzorgingsstaat

Sociale zekerheid: de overheid moet zorgen voor bestaanszekerheid (huis, inkomen, onderwijs, gezondheidszorg)  

Een land waarin de overheid zorgt voor sociale zekerheid noem je een verzorgingsstaat.  

Terugblik

• Wat is politiek?
• Waarom is Nederland een verzorgingsstaat?
• Wat ging goed deze les? Wat kan beter de volgende les?

De begrippen: 

- De 3 politieke niveaus benoemen en uitleggen. 

- De begrippen: politici, bestuurders, overheid, politieke macht, volksvertegenwoordigers,         politieke besluitvorming, overheidsbeleid, verzorgingsstaat.  

- Uitleggen wat Politiek is.  

- Uitleggen welke rol de Politiek heeft. 

Heb je ze allemaal genoteerd? 

Samenwerken

WAT:

Lees: H1.1 nog eens door. 

Maken: Vragen 1.1 blz. 7 en vraag 9 t/m 13

Thuis: Vragen af! 

Hoe:

Alleen of in je groepje

Tijd: 30 min 

Klaar: Verder met begrippen en samenvatting (heb je alles af?? Dan nakijken! )

stoplicht op rood dan ben je stil

stoplicht op oranje: zachtjes overleggen

stoplicht op groen stil werken 

Vandaag: 

1. Check-in: hoe zit je erbij? Welke            successen?  1 min

2. De lesdoelen van deze les 1 min

3. Klassikale instructie: H1.2: De rol van de politiek. 20  min

4. Samenwerken 20 min

5. Check-out: hoe zit je erbij?  1 min

Samenvatten: Cornell-methode

Samen-vatting: 

Cornell-methode

Leren via de linkerkant!

Leerdoel

- De 4 kenmerken van een maatschappelijk probleem benoemen en uitleggen.

- De begrippen: algemeen belang, politieke agenda, waarden, normen, belang, macht, machtsmiddelen. 

- Uitleggen welke machtsmiddelen er zijn

Terugblik

• Wat is politiek?
• Waarom is Nederland een verzorgingsstaat?

Politiek

1.2 De rol van politiek

Samen lezen: blz. 8 en 9

CORNELL-KENMERKEN MAATSCHAPPELIJK PROBLEEM

1. SOCIAAL PROBLEEM (VEEL MENSEN HEBBEN ER LAST VAN)
   
2. VERSCHILLENDE MENINGEN
3. VEEL AANDACHT IN DE MEDIA
4. OVERHEID KAN HET PROBLEEM OPLOSSEN
   

CORNELL - ROL VAN DE POLITIEK BIJ MAATSCHAPPELIJKE PROBLEMEN

• alleen zaken die van algemeen belang zijn:
  
  • voor heel veel mensen belangrijk
  • omdat ze er voordeel van hebben of gebruik van maken
  • Vaak gaat het om materiële dingen:  snelwegen, ziekenhuizen
  • maatschappelijke problemen: criminaliteit, milieuvervuiling, discriminatie. Deze onderwerpen staan altijd op de politieke agenda.
    

CORNELL - WAARDEN/NORMEN

WAARDEN= PRINCIPES DIE JE BELANGRIJK VINDT IN HET LEVEN
NORMEN=REGELS DIE BEPALEN HOE JIJ EN ANDEREN ZICH
MOETEN GEDRAGEN

• BELANGEN:voor- of nadeel dat je ergens bij hebt

• BELANGENTEGENSTELLING: belangen botsen met elkaar

CORNELL - MACHTS-MIDDELEN

• MACHT= mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden

• MACHTSMIDDELEN=middelen waarbij je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden (geld, functie, beroep, vaardigheden, charisma, "macht van het getal")

Mensen die van politiek hun werk maken noemen we

1. Mafketels
2. Ambtenaren
3. Ministers
4. Politici

de overheid is

1. de maatschappij
2. de politici en de ambtenaren
3. de politiek
4. de staat

Welk machtsmiddel wordt gebruikt?
Er zijn 87.000 handtekeningen verzameld tegen illegale puppyhandel.

1. Kennis en vaardigheden
2. Aantal
3. Geld
4. Functie/beroep

Mark Rutte kan goed spreken in het openbaar. Welk machtsmiddel hoort daar het beste bij?

1. macht van het getal
2. geld
3. kennis
4. charisma

maatschappelijk probleem

1. filles , vervuiling
2. auto's, criminaliteit , liefdseverdriet
3. vrienden, politiek
4. jongeren, media

Wanneer spreek je van een maatschappelijk probleem?

1. veel mensen zijn betrokken
2. veel aandacht in de media
3. er zijn verschillende meningen
4. de politiek bemoeit zich ermee

Wat is een belang?

1. Iets wat je van belang vindt
2. Een onderdeel wat je belangrijk vindt
3. Het voordeel dat je ergens van hebt
4. Iets wat meerdere mensen van belang vinden

Welk begrip wordt omschreven als "een principe dat mensen belangrijk vinden"?

1. Een norm
2. Een waarde
3. Een belang
4. Een probleem

Wat is een algemeen belang?

1. opsporen van mijn verloren mobiel
2. organiseren van een schoolfeest
3. kleedgeld
4. opsporen van inbrekers

De begrippen: 

- De 4 kenmerken van een maatschappelijk probleem benoemen en uitleggen.

 

- De begrippen: algemeen belang, politieke agenda, waarden, normen, belang, macht,                          machtsmiddelen. 

- Uitleggen welke machtsmiddelen er zijn

Heb je ze allemaal genoteerd? 

Samenwerken

WAT:

Lees: H1.2 nog eens door. 

Maken: Vragen 1.2 blz. 9 en vraag 14 t/m 15 (vraag 16 hoeft niet!)

Thuis: Vragen af! 

Hoe:

Alleen of in je groepje

Tijd: 30 min 

Klaar: Verder met begrippen en samenvatting (heb je alles af?? Dan nakijken! )

stoplicht op rood dan ben je stil

stoplicht op oranje: zachtjes overleggen

stoplicht op groen stil werken