This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Ik kan de verschillende vormen van Engelse werkwoorden in het Nederlands op de juiste manier spellen.
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Werkwoordspelling:
- Je beheerst de werkwoordspelling van het Nederlands.
- Je weet hoe Engelse leenwerkwoorden in het Nederlands vervoegd worden.
Slide 3 - Slide
Spelling Engelse werkwoorden
Bij de meeste werkwoorden werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.
Slide 4 - Slide
Spelling Engelse werkwoorden
Maar let wel op de uitspraak.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Spelling Engelse werkwoorden
Bij werkwoorden die uit het Engels komen, gebruik je de Nederlandse regels voor spelling.
joggen - ik jog - hij jogt - hij jogde - hij heeft gejogd
downloaden - ik download - hij downloadt - hij downloadde - hij heeft gedownload
gamen - ik game - hij gamet - hij gamede - hij heeft gegamed
Slide 7 - Slide
Spelling Engelse werkwoorden
Bij de verleden tijd luister je naar de laatste klank.
Hoor je een s-klank, dan schrijf je in de verleden tijd een -t.
racen - ik race - hij racet - hij racete - hij heeft geracet
smashen - ik smash - hij smasht - hij smashte - hij heeft gesmasht
Slide 8 - Slide
Spelling Engelse werkwoorden
De uitspraak bepaalt of je aan het eind van de ik-vorm één of twee medeklinkers schrijft.
paintballen- ik paintball- hij paintballt- hij paintballde- hij heeft gepaintballd
grillen- ik gril- hij grilt- hij grilde- hij heeft gegrild
stressen - ik stres - hij strest - hij streste - hij is gestrest
Slide 9 - Slide
Wat komt op de plek van de puntjes?
Onze leraar ….. iedere dag naar school.
A
joggt
B
jogged
C
jogt
D
jogd
Slide 10 - Quiz
Wat hoort op de plek van de puntjes?
Iedereen (googelen) ….. wel eens.
Slide 11 - Open question
Wat komt op de plek van de puntjes?
Ik …..eigenlijk bijna nooit.
A
chat
B
chatet
C
chatt
D
chattet
Slide 12 - Quiz
Wat hoort op de plek van de puntjes?
Koen (skaten) ….. graag de hele dag.
Slide 13 - Open question
De ene Belg .... (snoozen) en de andere staat meteen op.
Slide 14 - Open question
's Middags zit je aan je bureau, waar je mails... (replyen)
Slide 15 - Open question
Je smeert snel wat boterhammen en (blenderen)... een groene smoothie.
Slide 16 - Open question
Zij ... (vloggen) al op heel jonge leeftijd.
Slide 17 - Open question
5a. De camera was maximaal (inzoomen)...
Slide 18 - Open question
Sven (zappen) ... langs alle Franstalige, commerciële zenders.
Slide 19 - Open question
De monteur (tunen) ... de motor van de Mini Cooper vandaag.
Slide 20 - Open question
Ik heb de afgelopen weken al (joggen) ... iedere dag vijf kilometer afgelegd.
Slide 21 - Open question
Ben jij ook zo (triggeren) ... door die beelden uit Afghanistan?
Slide 22 - Open question
Indi, onze hond, werd vorige week nog (trimmen)...
Slide 23 - Open question
Bilal (toosten) ... op de winnaar van het toernooi.
Slide 24 - Open question
Sam (shaken) ... gisteren een heerlijke cocktail.
Slide 25 - Open question
Sociale media draaien allemaal om dezelfde vraag. Als je facebooked, twittert of linkedint, word je er regelmatig mee om de oren geslagen. Of je nu een video van een hond op een skateboard liked, een vriend mentionned of connect met een nieuwe collega, je komt er niet onderuit. Want als jij die vraag bovenaan het scherm niet beantwoordt, dan doen de mensen met wie je connected bent dat wel. Het is een vraag die je als socialemediagebruiker misschien eens wat vaker kunt stellen, zonder dat je hem messaged of post. Wat houdt je bezig?
Slide 26 - Open question
Geef 3 Engelse werkwoorden die je in je betoog/argumentatie kan gebruiken.